Op 27 januari 2015, stelde président François Hollande de « complotisten » van vandaag verantwoordelijk voor de misdaden van gisteren bedreven door de nazis jegens de Europese Joden. Hij riep op tot het verbieden van hun meningsuiting.

De Franse président, François Hollande, heeft de « complot theorieën » gelijkgesteld aan het nazisme, en vervolgens opgeroepen de verspreiding hiervan op het internet et de sociale media te verhinderen.
Zo heeft hij op 27 Januari 2015 bij het Herdenkingsmonument van de Shoah verklaard :

« [Het antisémitisme] onderhoudt de complot theorieën die zich onbegrensd verspreiden. Complot theorieën die in het verleden reeds tot het ergste hebben geleid. (…) « [Het] antwoord is er zich bewust van worden dat deze stellingen hun verspreiding vinden via het internet en de sociale media. Welnu, wij moeten ons herinneren dat de uitroeiing allereerst door het woord werd voorbereid. Wij moeten op Europees, en zelfs internationaal niveau reageren, opdat een juridisch kader kan worden gedefinieerd, teneinde de internet platforms die de sociale media beheren voor hun verantwoordelijkheid te stellen, en er strafmaatregelen kunnen worden getroffen in geval van plichtsverzaking » [1].

Ook hebben meerdere ministers hetgeen ze de complot theorieën noemen geschimpt als evenzovele « giststoffen van haat en van ontbinding van de maatschappij ».

Uit het feit dat president Hollande onder « complot theorieën » verstaat het idee dat de Staten, ongeacht welk regiem — democratie inbegrepen —, spontaan de neiging hebben in hun eigen belang te handelen en niet in het belang van hun staatsburgers, kan men concluderen dat hij dit amalgaam gebruikt als rechtvaardiging van het eventueel censureren van zijn tegenstanders.

Deze interpretatie wordt bevestigd door de publicatie van een Nota getiteld « Conspiratisme: de stand van zaken » [2].

Laten we terzijde de politieke verhoudingen tussen François Hollande, de Socialistische partij, de Stichting Jean-Jaurès, diens Observatorium van het politieke radicalisme en de auteur van de nota, dan concentreren wij ons op zijn boodschap en zijn ideologische inhoud.

Definitie van de « complot theorieën »

De termen « complot theorieën » en « conspiratisme » hebben zich ontwikkeld na de publicatie van mijn boek over het Amerikaanse imperialisme post-11-September: "L’Effroyable imposture" [3]. De verschrikkelijke falsificatie. In die tijd waren ze niet makkelijk te begrijpen want zij sloegen op de Amerikaanse politieke geschiedenis. In de Verenigde Staten noemde men dikwijls « conspiratisten » diegenen volgens wie president Kennedy niet door één enkele man was vermoord, maar door een samenzwering, of conspiratie, in juridische zin. In de loop van de tijd zijn deze termen in de Franse taal opgenomen en zijn samengevallen met herinneringen aan de dertiger jaren en de Tweede Wereldoorlog, aan de berichten over het « Joodse complot ». De bedoelde termen zijn dus nu meerduidig, die nu eens op de Amerikaanse geheimhoudingsplicht slaan, dan weer op het Europese antisemitisme.

In zijn nota de Stichting Jean-Jaurès geeft zijn eigen definitie van het « conspirationisme ».

Het is

« een "alternatief" verhaal dat er zich op voor staat een gebeurtenis zoals wij die kennen diepgaand te ontwrichten, en dus de algemeen aanvaarde "versie" daarvan, gebrandmerkt als de "officiële", bestrijdt » (p. 2).

We kunnen constateren dat deze definitie niet alleen geldt voor de wartaal van geesteszieken. Aldus Plato die beweerde met de allegorie van de grot de zekerheden van zijn tijd in twijfel te trekken; Galilei trotseerde met zijn stelling over het heliocentrisme de voorstelling die zijn tijd had van de bijbel; enz.

Wat mij betreft, aangezien men mij houdt voor de « paus van het conspiratisme » of meer voor de « heresiark » naar het woord van de Italiaanse filosoof Roberto Quaglia, ik bevestig opnieuw mijn radicale politieke verbintenis, in de zin van het republikeins radicalisme van Léon Bourgeois [4], van Georges Clemenceau [5], van Alain [6] en van Jean Moulin [7]. Voor mij, en voor hen, is de Staat een Leviathan die van nature misbruik maakt van hen die hij regeert.

Als radicale republikein ben ik ervan bewust dat de Staat de vijand is van het algemeen belang, van "Res Publica" publieke zaak, reden dat ik die niet wil afschaffen, maar temmen. Het republikeins ideaal is verenigbaar met verschillende regiems — de monarchie inbegrepen, zoals de auteurs van de Verklaring van 1789 Verklaring van de rechten van de mens van de Franse revolutie — hebben vastgelegd. Deze tegenstelling, die de Socialistische partij bestrijdt, heeft onze [de Franse] geschiedenis dermate gemarkeerd dat in 1940 Philippe Pétain de Republiek heeft afgezegd om de « Franse Staat » uit te roepen. Sinds hij de presidentsfunctie heeft overgenomen heb ik het pétainisme van François Hollande gehekeld [8]. Heden ten dage, M. Hollande beroept zich op de republiek om die beter te kunnen bestrijden en deze omkering van waarden dompelt het land in de verwarring.

Wie zijn de « conspiratisten » ?

De « conspiratisten » zijn dus volksgenoten die zich keren tegen de almacht van de Staat en die hem onder toezicht wensen te plaatsen.

De Stichting Jean-Jaurès beschrijft ze in deze termen:

« [Het is een] onsamenhangende politieke stroming, sterk verstrikt in het negationnisme ontkenning van de shoah, en waar de bewonderaars van Hugo Chavez en de kritiekloze voorstanders van Vladimir Poetin met elkaar omgaan. Een twijfelachtig milieu samengesteld van voormalig linkse of extreem linkse activisten, ex-indignés ex-verontwaardigden, souvereinisten, nationaal-revolutionnairen, ultra-nationalisten, nostalgieken van het III Reich, anti-vaccinatie activisten, voorstanders van verkiezingen door loting, revionnisten van de 11de September, anti-zionisten, survivalisten, adepten van "alternatieve geneeswijzen", geheime agenten van het Iraans regiem, Bacharisten, katholieke of islamitische integristen » (p. 8).

We zien dat het opeenhopen van begrippen en de beledigingen in deze beschrijving bedoeld zijn om de betrokken personen in diskrediet te brengen.

De mythes van de « conspiratisten »

De Stichting Jean-Jaurès gaat door met het denigreren van de « conspiratisten » door hen te beschuldigen van onwetendheid jegens de realiteiten van deze wereld, en naïef in oeroude mythes te geloven. Zo zouden wij geloven in het « wereldomvattend zionistische complot », het « illuminatie complot » en in de « Rothschild mythe » (p. 4). En om deze drie beweringen geloofwaardig te maken noemt de nota slechts één voorbeeld en uitsluitend ten opzichte van de « Rothschild mythe »: blogger Étienne Chouard — wiens werk zich niet beperkt tot de Republiek, maar zich uitstrekt tot de Democratie [9] — die beweert dat de wet Pompidou-Rothschild van 1973 aan de bron ligt van de Franse staatsschuld. Vervolgens weerlegt de Stichting deze bewering met een artikel in het dagblad Libération.

Opmerkelijk is het dat ten gunste van het voorbeeld van Étienne Chouard de andere twee mythes onaangeroerd zijn gebleven. Temeer omdat de Stichting zich richt tot lezers mogelijk onkundig noch van het uitgebreide antwoord van M. Chouard in de kolommen van Libération [10], noch van de bijdrage van oud premier Michel Rocard [11]. En inderdaad, in dit debat komt goed tot uiting dat de wet van 1973 de ontploffing van de Franse staatsschuld ten gunste van de privé-banken mogelijk heeft gemaakt, hetgeen voordien uitgesloten zou zijn geweest.

De « complosfeer »

Volgens de Stichting Jean-Jaurès zouden de conspiratisten:

« hoofdzakelijk Noord-Amerikaanse academici [zijn]. Laten we in het bijzonder Webster Tarpley en William Engdhal noemen (beide oud-leden van de Amerikaanse politiek-sectaire organisatie geleid door Lyndon LaRouche), Wayne Madsen (WayneMadsenReport.com), Kevin Barrett (VeteransToday.com) alsmede Michel Chossudovsky (Mondialisation.ca). Samen met hun Europese tegenhangers vormen deze laatsten een soort Internationale, waaraan Thierry Meyssan, de president van Réseau Voltaire, in Novembre 2005, een concrete vorm heeft proberen te geven, door het bijeenbrengen in Brussel van een "anti-imperialistische conferentie" — "Axis for Peace" — wiens deelnemerslijst zich leest als een who’s who van de meest vooraanstaande conspirationnistische auteurs van die tijd » (p. 8).

Het ziet er naar uit dat de Stichting Jean-Jaurès alleen Frans en Engels kan lezen, en bovendien de deelnemerslijst van Axis for Peace slechts vluchtig heeft doorgekeken, en denkt dat het door hem beschreven fenomeen alleen Frankrijk, Canada en de Verenigde Staten betreft, terwijl de lijst van Axis for Peace juist een meerderheid van Duitse, Arabische, Spaanse, Italiaanse, Perzische, Poolse, Portugese en Russische geschriften omvat.

Laten we ook het kwaadaardig karakter signaleren van de toespeling op de « politiek-sectaire organisatie geleid door Lyndon LaRouche » Want Webster Tarpley et William Engdhal hebben deze organisatie al meer dan 20 jaar geleden verlaten. En in de tijd dat zij daar lid van waren, was deze partij vertegenwoordigd op het congres van een extreem-linkse formatie.

Even verder in de Nota zien we dat de Stichting Jean-Jaurès niet mankeert de humorist Dieudonné M’Bala M’Bala te noemen, van wie de Staat probeert de toneeluitvoeringen te verbieden, evenals de socioloog Alain Soral, wiens internet-site (ÉgaliteEtReconciliation.fr) enorme kijkcijfers haalt in Frankrijk, en Alain Benajam (facebook.com/alain benajam), president van Réseau Voltaire France en Nieuw-Russisch regerings-afgevaardigde van het Donetsbekken.

In 1989, de vroegere chef van de Amerikaanse Inlichtingendienst in Europa, Irwing Brown, gaf de jjournalisten Roger Faligot en Rémi Kauffer te kennen Jean-Christophe Cambadélis te hebben gerekruteerd toen deze zich inzette voor de Trotskisten-Lambertisten. 25 jaar later werd M. Cambadélis Eerste Secretaris van de Franse Socialistische Partij.

De politieke ideeën van de « conspiratisten »

Na deze voorafjes komt de Stichting Jean-Jaurès tot de kern van de discussie, nl de politieke ideeën. Zo definiëert hij de « conspiratisten » :


 « het uitwissen van elk principieel onderscheid tussen autoritaire regiems en liberaal-democratische democratieën (geacht « totalitairder » te zijn dan de ergste totalitarismes) » ;
 « [de oppositie tegen] elke antiracistische wetgeving onder het voorwendsel van het verdedigen van vrije meningsuiting ;
 « [de ontkenning van] de relevantie van de splitsing tussen linkse en rechtse politiek, tegenover de werkelijke splitsing tussen "het Systeem" (of "het Imperium" of "de Oligarchie" ) le véritable clivage étant celui qui sépare "le Système" (ou "l’Empire", ou "l’Oligarchie") en diegenen die deze weerstaan » (p. 8);
 « Het idee dat het zionisme een project is van wereld-heerschappij » (p. 9).

De Stichting Jean-Jaurès selecteert de conflict-kwesties precies maar overdrijft ze en dikt ze aan om zijn opponenten te diskwalificeren. Bij voorbeeld heeft niemand zich uitgesproken tegen de anti-racistische wetgeving, maar alleen en uitsluitend tegen de bepaling in de wet Fabius-Gayssot het debat over de uitroeiing van de Europese joden met gevangenis te bestraffen [12].

Wat is het zionisme ?

De Stichting begint vervolgens aan een lange analyse van mijn werk betreffende het zionisme. Hij vervormt die en voorziet hem van commentaar:

« Het door Thierry Meyssan gereclameerde anti-zionisme heeft geen verband met de de kritiek op een conjoncturele politiek van de verschillende opeenvolgende regeringen aan het hoofd van de Israëlische staat. Het valt niet onder een anti-kolonialisme dat genoegen zou nemen met de terugtrekking van Israël uit de tijdens de Zesdaagse oorlog bezette gebieden, of de vestiging van een Palestijnse Staat. Het komt ook niet voor uit een internationalisme dat in principe elke nationale beweging, van waaruit dan ook, verdacht vindt, want hij houdt het zionisme juist niet voor een nationale beweging. Dit paranoïde anti-zionisme probeert niet de verschillende historische vormen van het zionisme te bestrijden, maar een spookachtige Hydra, als zijnde de bron van het ongeluk in de wereld » (p. 9).

Door het debat op dit punt te willen afsluiten, en voor hem een aanzienlijke plaats in zijn analyse in te ruimen, onderstreept de Stichting Jean-Jaurès het belang wat hij eraan hecht. Ik verdedig namelijk een positie die tot nu toe afwezig is in het Westerse politieke debat [13]:

 Het Staatshoofd dat als eerste heeft verklaard de bedoeling te hebben de joden van de gehele wereld samen te brengen in een eigen Staat was Lord Cromwell in de XVII° eeuw. Zijn plan, duidelijk uiteengezet, bestond erin de joodse diaspora te gebruiken om de Engelse hegemonie uit te breiden. Dit plan is verdedigd door alle volgende Britse regeringen, en door Benjamin Disraeli toegevoegd aan de orde van de dag van het Berlijnse Congres van 1878.

 Theodor Herzl zelf was een volgeling van Cecil Rhodes, de theoreticus van het Britse Imperium. Herzl had eerst voorgesteld Israël te creëren in Oeganda of in Argentinië, helemaal niet in Palestina. Toen hij er in was geslaagd Joodse activisten over te halen het Britse plan te steunen heeft hij in Palestina terreinen aangekocht door het creëren van het Joods Agentschap, welks statuten geheel zijn gekopieerd van Rhodes’ Zuid-Afrikaans bedrijf.

 In 1916-17 hebben het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zich verzoend en samen beslist de Staat Israël te stichten; dit was de Balfour-verklaring voor Londen en de 14 punten van Wilson voor Washington.

Het is dus volkomen absurd te beweren dat Herzl het zionisme heeft uitgevonden, het zionistische project te scheiden van het Britse kolonialisme, en te ontkennen dat de Staat Israël een instrument is van het gemeenschappelijke imperiale project van Londen en Washington.

De positie van de Socialistische partij ten aanzien hiervan is niet onschuldig. In 1936 stelde deze met Léon Blum voor de Duitse Joden over te brengen naar Zuid- Libanon opdat dit gebied geannexeerd kon worden door Israël wanneer het gecreëerd zou zijn. [14]. Dit plan werd echter snel terzijde geschoven door de Franse Hoge-commissaris in Beiroet, graaf Damien de Martel de Janville want dit was duidelijk in strijd met het mandaat van de Volkerenbond. Heden ten dage heet dus de iIsraëlische lobby, opgericht in 2003 binnen de Socialistische partij, toen François Hollande er Eerste secretaris van was, Léon-Blum-kring.

Concluderende opmerkingen

In 2008 had professor Cass Sunstein, raadsman van Barack Obama en echtgenoot van de Amerikaanse ambassadrice bij de Verenigde Naties, een vergelijkbare nota opgesteld [15].

Hij schreef :

« We kunnen ons gemakkelijk een aantal mogelijke antwoorden voorstellen.
 1. De regering kan de samenzweringstheorieën verbieden.
 2. De regering zou een soort heffing kunnen instellen, financieel of anders, op degenen die dergelijke theorieën verspreiden.
 3. De regering zou een tegen-argumentatie kunnen inzetten om de samenzweringstheorieën in diskrediet te brengen.
 4. De regering zou geloofwaardige particuliere partijen in de arm kunnen nemen en die een tegen-argumentatie laten voeren.
 5. De regering zou een informele communicatie met derden kunnen beginnen en die aanmoedigen.

Tenslotte had de Amerikaanse regering besloten meerdere individuen te financieren, zowel in binnen- als in buitenland, om op het Internet de forums van samenzwering-sites te verstoren, en om groepen te creëren die tegenspraak bieden.

Nu dit niet genoeg blijkt te zijn is Frankrijk geroepen autoritaire maatregelen te treffen. Zoals in het verleden hebben de Franse elites, waarvan de Socialistische partij de zogenaamde linker vleugel vormt, zich onder de orders van de belangrijkste militaire macht van deze tijd gesteld, in dit geval de Verenigde Staten.

Voor de implementatie van dit project moet nog gedefinieerd worden welke, noodzakelijkerwijs administratieve, instantie met de censuur belast zal worden en volgens welke criteria. Laten we niet naïef zijn, we naderen een onvermijdelijke confrontatie.

Vertaling
Bart Ero

titre documents joints

[1« Discours de François Hollande au Mémorial de la Shoah », par François Hollande, Réseau Voltaire, 27 janvier 2015.

[2« Conspirationnisme : un état des lieux », par Rudy Reichstadt, Observatoire des radicalités politiques, Fondation Jean-Jaurès, Parti socialiste, 24 février 2015.

[3L’Effroyable Imposture suivi de Le Pentagate, door Thierry Meyssan, Nieuwe heruitgave, geheel geherwaardeerd en van voetnoten voorzien, uitgeverij Demi-Lune.

[4Léon Bourgeois, Franse beeldhouwer (1851-1925). Theoreticus van het « solidarisme » (hetgeen de tegenwoordige socialisten verwarren met Broederschap). Hij was président van de Partij radicaal; président van de Ministerraad, eerste président van de Volkerenbond en Nobelprijswinnaar van de vrede in 1920. Met de hulp van Tsaar Nicolaas II, poseerde hij het principe van de arbitrages tussen Staten, waarvan het huidige Internationale Hof van Justitie van de Verenigde Naties het actuele voortbrengsel is.

[5Georges Clemenceau (1841-1929). Hij verdedigde de "Communards" [van 1871] tegen politiek rechts en bestreed het linkse socialisme van Jules Ferry net zo goed tegen diens koloniale project als tegen zijn opvatting van de scheiding tussen kerk en staat. Wanneer, tijdens de eerste wereldoorlog, het land [Frankrijk] overwonnen scheen, werd hij "Président du Conseil" [Eerste minister] en leidde het naar de overwinning.

[6Alain, Frans filosoof (1868-1951), mede-oprichter van het "Comité de vigilance des intellectuels antifascistes" (CVIA). Hij ijverde voor een vrijheids beschermende republiek, strikt gecontroleerd door het volk.

[7Jean Moulin, hoofdambtenaar (1899-1943). Hij koos partij voor de Spaanse republikeinen en organiseerde illegaal, ondanks de neutrale socialistische regering, een wapensmokkel om het Franquisme te weerstaan. Tijdens de [Duitse] bezetting van Frankrijk bestuurde hij het "Conseil national de la Résistance" [Nationale Bezettings Raad] erin samenvoegend alle politieke stromingen behalve die welke naast de Franquisten had gestreden. Hij werd gearresteerd door de nazis en stierf de marteldood.

[8« La France selon François Hollande », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 30 juillet 2012.

[9De Republiek ziet er op toe dat de Machthebber het algemeen belang dient. De democratie eist dat de Macht wordt uitgeoefend door alle staatsburgers.

[11Émission Mediapolis sur la radio Europe 1, le 22 décembre 2012, l’ancien Premier ministre socialiste Michel Rocard était l’invité de Michel Field et d’Olivier Duhamel.

[12Talrijke politieke verantwoordelijken hebben zich tevergeefs verzet tegen deze wet, waaronder Oud-president Jacques Chirac, en Oud-premiers Dominique de Villepin et François Fillon.

[13« Qui est l’ennemi ? », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 4 août 2014.

[14My Enemy’s Enemy: Lebanon in the Early Zionist Imagination, 1900-1948, par Laura Zittrain Eisenberg, Wayne State University Press (1994). Thèse de doctorat vérifiée par Itamar Rabinovitch côté israélien et Kamal Salibi côté libanais.

[15«Conspiracy Theories», Cass R. Sunstein & Adrian Vermeule, Harvard Law School, January 15, 2008.