De Islamist Recep Tayyip Erdoğan wordt de opvolger van de Saoedische prins Bandar bin Sultan na de aanslag die hem in 2012 van het toneel doet verdwijnen en wordt de coördinator van het internationale terrorisme. In 2014 neemt hij de plaats in van Qatar wanneer dit land ervan afziet het Moslimbroederschap te steunen en wordt zo de feitelijke leider van het broederschap. In de roes van dit succes meent hij voor de Verenigde Staten onmisbaar te zijn en overtreedt hij de regels van de NAVO door het tekenen van het verdrag van de Turkish Stream met Rusland.

Nederlaag bij de parlementsverkiezingen

Het resultaat van de Turkse parlementsverkiezingen bedreigt niet alleen de projecten van Recep Tayyip Erdoğan, die zich al voor de nieuwe Sultan aanzag, maar ook de macht van zijn partij, de AKP. Elk van de drie overige partijen (de conservatieve MHP, de socialistische CHP en linkse HPD) hebben al aangegeven de vorming van een coalitieregering met hem te weigeren en in tegendeel onder elkaar een drievoudige coalitie voor te staan. Voor het geval zij hier binnen 45 dagen niet in slagen verdient het aanbeveling de socialisten een regeringscoalitie te laten vormen —een optie die de AKP al heeft afgewezen—, ofwel nieuwe parlementsverkiezingen op te roepen.

Dit scenario lijkt nog onwaarschijnlijk, net zoals de de verkiezingen zelf onmogelijk leken voor vrijwel alle politieke commentators tot aan de verkiezingsdag van 7 juni. Maar door het tekenen van het economische verdrag met Vladimir Poetin de eerste december 2014 om deze in staat te stellen de sancties van de Europese Unie te omzeilen (Turkish Stream), heeft M. Erdoğan de impliciete regels van de NAVO overtreden. Hierdoor is hij tegelijkertijd voor Brussel en Washington een doorn in het oog geworden. De Verenigde Staten hebben dus onderhands tijdens de verkiezingscampagne een grote invloed uitgeoefend om de omverwerping van de AKP mogelijk te maken

Voor deze verkiezingen had M. Erdoğan zich tot doel gesteld 400 van de 550 zetels binnen te halen. In werkelijkheid, om een op maat gemaakte grondwet te doen aannemen die hem alle uitvoerende macht verleent, hoopte hij op 367 zetels. Indien dit niet mogelijk was zou hij zich tevreden hebben gesteld met 330 zetels, hetgeen hem in staat zou stellen een referendum te houden die met een eenvoudige meerderheid een grondwetsproject kon goedkeuren. In ieder geval had hij er 276 nodig om over een parlementaire meerderheid te beschikken, maar hij kreeg er tenslotte maar 258 wat niet toereikend is om als enige partij aan de macht te blijven.

De overheersing van de AKP sinds 2007 kon evenals door diens goede economische resultaten als door verdeeldheid van de oppositie worden verklaard. De Turkse economie gaat echter geheel ten onder: de productiviteitsgroei die een tiental jaren met de 10 % flirtte is ingestort tijdens de oorlog tegen Libië, en vervolgens gedurende de oorlog tegen Syrië. Op dit ogenblik is hij 3 %, maar zal snel negatief kunnen worden. De werkloosheid groeit plotseling en bereikt de 11 %. Deze oorlogen werden namelijk tegen bondgenoten en onmisbare economische partners van Turkije gevoerd. Wat de verdeeldheid van de oppositie betreft, de CIA die haar in het verleden had toegespitst, haastte zich die nu te verhelpen.

Dit was niet moeilijk als men rekening houdt met al de klachten die het autoritaire bewind van M. Erdoğan heeft opgeroepen. Eigenlijk was de hereniging van de oppositie in juni 2013 al een feit, tijdens de demonstratie van het Taksim Gezi park. Maar deze opstand mislukte, ten eerste omdat toen M. Erdoğan gesteund werd door Washington, en omdat het een stedelijke opstand was gebleven. Zeker, de demonstranten protesteerden toen tegen een bouwproject, maar in hoofdzaak tegen de dictatuur van het Moslimbroederschap en de oorlog tegen Syrië.

Vaststellend dat deze beweging hem niet had kunnen omverwerpen dacht de AKP onterecht dat ze onoverwinnelijk was. Zo werd er geprobeerd zijn Islamitisch programma met geweld door te zetten (hoofddoek voor de vrouwen, verbod voor ongehuwden van verschillend geslacht samen te wonen, enz.). En dat, terwijl zijn image van zuivere Sultan plotseling in opspraak kwam door de onthulling van de corruptie van zijn familie. In februari 2014 hoorde men hem in wat een geïntercepteerd telefoongesprek leek M. Erdoğan aan zijn zoon vragen 30 miljoen euro aan papiergeld te verstoppen vóór een huiszoeking van de politie [1].

En dit alles nog zonder het te hebben over de verwijdering van de vrienden van zijn vroegere bondgenoot Fethullah Gülen [2], de massieve gevangenzetting van generaals, advocaten en journalisten [3], het niet nakomen van de beloften die hij aan de Koerden deed, en de bouw van het duurste presidentspaleis van de wereld.

Deze mislukking is het gevolg van zijn buitenlandse politiek

De mislukking van Recep Tayyip Erdoğan komt niet voort uit binnenlandse beslissingen maar is het rechtstreekse gevolg van zijn buitenlandse politiek. De buitengewone economische resultaten van zijn eerste jaren zouden onmogelijk geweest zijn zonder de onderhandse steun van de Verenigde Staten, die van hem de leader van de Soenni wereld wilden maken. Ze zijn daar mee opgehouden in 2011 door de aansluiting van Ankara aan de vernietiging van de Arabische Jamahiriya in Libië die tot dan zijn tweede economische partner was. Turkije heeft de historische banden die hij had met de stam van de Misratans doen herleven, hoofdzakelijk met de Aghdams, d.w.z. de Joodse tot de Islam bekeerde Turken die zich in de XVIII° en XIX° eeuw in Libië hadden gevestigd.

Turkije was er zich van bewust dat het door Libië aan te vallen een heel belangrijke markt zou verliezen, maar het hoopte de leiding van de door de Moslim-broeders beheerste regeringen over te nemen, in Tunesië eerst en vervolgens waarschijnlijk in Libië, Egypte en in Syrië. Hetgeen ook inderdaad in de twee eerste Staten in 2012 is gebeurd, maar dat heeft niet lang geduurd.

Ankara heeft zich ook ingezet in de oorlog tegen Syrië. Het is op Turkse bodem dat de NAVO het hoofdkwartier voor de coördinatie van de operaties heeft gevestigd. Gedurende de eerste oorlog (van de 4de generatie), die liep van februari 2011 tot de conferentie van Genève I van juni 2012, bracht de NAVO de strijders van al-Qaida in Libië over ten einde het « Vrije Syrische leger » te creëren. M. Erdoğan leverde de achterste basen, gecamoufleerd als « vluchtelingenkampen » terwijl de verblinde westerse pers er slechts een « democratische revolutie » (sic) in zag, in de lijn van de « Arabische lente » (re-sic).

In juni 2012 kon de overwinning van de Moslimbroeders in Egypte aan een glorieuze toekomst voor het broederschap doen denken. Zodoende volgde M. Erdoğan het project van Hillary Clinton, generaal Petræus en van François Hollande om de oorlog tegen Syrië weer te heractiveren, maar op de Nicaraguaanse mode. Het ging er hier niet meer om een geheime operatie van de NAVO te steunen, maar om het spelen van een centrale rol in een klassieke oorlog van heel grote omvang.

Op 16 april 2014 publiceerde de Turkse pers een foto van Abu Muhammad, één van de hoofdofficieren van Daesh die gewond was door het Arabisch Syrische leger in Idleb, en vervolgens door de MIT overgebracht naar Turkije en verzorgd op kosten van de Turkse belastingbetaler in een openbaar ziekenhuis van Hatay.

Recep Tayyip Erdoğan, coordinator van het internationale terrorisme

Tone in Juli 2012 de Axe de la Résistance Iran, Syrië, Libanese Hezbollah en Palestijnse Hamas reageerde op de moord van leden van de Nationale Syrische veiligheidsraad door te pogen Bandar ben Sultan te vermoorden, greep Recep Tayyip Erdoğan zijn kans. Hij verving Saoedi Arabië in de manipulatie van het internationale terrorisme.

In twee jaar gingen 200.000 huurlingen, vanuit alle hoeken van de wereld Turkije door om in Syrië een jihad te voeren. De MIT —Turkse geheime diensten— had een uitgebreid systeem van wapens en geld circulatie opgezet om de oorlog te voeden, hoofdzakelijk gefinancierd door Qatar, en onder toezicht van de CIA.

M. Erdoğan richtte drie trainingskampen van al-Qaida op in zijn grondgebied in Şanlıurfa (Syrische grens), in Osmaniye (naast de NAVO basis van Incirlik), en in Karaman (dicht bij Istanbul) alwaar hij een academie voor terrorisme organiseerde in de traditie van de Amerikaanse school [4] [5].

De Turkse politie en justitie hebben aangetoond dat M. Erdoğan —net als de voormalige Amerikaanse vice-president Dick Cheney— een persoonlijke vriend van Yasin al-Qadi, de « bankier van al-Qaida » was. Zo hadden de FBI en de Verenigde Naties hem tenminste geïdentificeerd totdat hij in oktober 2012 van de lijst van internationale terroristen werd afgevoerd. Tijdens de periode dat hij over de hele wereld werd opgespoord, bezocht Yasin al-Qadi in het geheim Ankara per privé vliegtuig. De lijfwachten van M. Erdoğan kwamen hem van het vliegveld afhalen, niet zonder eerst de bewakingscamera’s te hebben uitgeschakeld [6].

18 maart 2014 in video op Youtube beklaagde een directeur van Turkish Airlines, Mehmet Karataş, zich aan een raadgever van M. Erdoğan, Mustafa Varank, erover dat zijn maatschappij gebruikt was om in het geheim wapens te vervoeren naar Boko Haram in Nigeria. De hoofdfunctionaris was er niet ongerust over het internationale recht te hebben overtreden, maar betreurde het dat deze wapens niet alleen konden dienen om Christenen te doden, maar ook Moslims.

In mei 2014 transporteerde de MIT per speciale trein een hoeveelheid zware wapens en nieuwe Toyota pick-up trucks naar Daesh, aangeboden door Saoedi Arabië. Het Islamitische emiraat, dat toen nog slechts een groep van enkele honderden strijders was, veranderde toen in één maand in een leger van tientallen duizenden man en viel Irak binnen.

Gedurende de laatste vier maanden van 2014 verhinderde Turkije de Koerden van de PKK de hunnen te hulp te snellen in Kobané (Ain al-Arab) toen de stad werd aangevallen door Daesh. In tegendeel, talrijke journalisten hebben gecertifieerd dat jihadisten de grens vrijelijk konden passeren [7].

19 januari 2015 onderschepte de marechaussee in opdracht van het Openbaar Ministerie een konvooi dat wapens voor Daesh transporteerde. Maar de fouillering werd gestopt toen bleek dat het konvooi begeleid werd door agenten van de MIT. Als gevolg hiervan werden de officieren van justitie en de kolonel van de marechaussee gearresteerd wegens « verraad » (sic). Tijdens de voorbereiding van hun proces liet een rechter uitlekken dat de MIT in totaal 2000 vrachtwagens wapens voor Daesh gecharterd had [8].

De ruggengraat van het Turkse terroristen systeem kan gemakkelijk geïdentificeerd worden: in 2007 heeft de Militaire academie van West Point aangetoond dat de mannen van het Islamitisch emiraat in Irak afkomstig waren van al-Qaida in Libië (GICL Groupe islamisme combattant en Libye). Dezelfde huurlingen die el-Kadhafi ten val brachten in 2011 [9], werden vervolgens gebruikt om het Vrije Syrische leger (de « gematigde » oppositie) te vormen [10]. De Syrische leden van het Islamitisch emiraat en van Irak hebben al-Qaida van Syrië gecreëerd (al-Nostra Front). Talrijke Libische en Syrische strijders zijn teruggekeerd naar het Islamitische emiraat toen dit zich « Daesh » is gaan noemen en kaders naar Boko Haram (Nigéria) heeft gestuurd.

Mehdi al-Harati heeft een dubbele Libisch-Ierse nationaliteit. In juni 2010 haalde zijn foto waarop hij M. Erdoğan, die hem in het ziekenhuis bezocht na zijn arrestatie door de Israëliërs aan boord van het Gaza-flottielje, bedankte, de frontpagina’s van de pers. Bij een inbraak in zijn Ierse huis (juli 2011) bleek dat hij in het bezit was van een grote som aan baar geld afkomstig van de CIA om te helpen bij de omverwerping van de Libische Gids. Hij leidde de Brigade van Tripoli, een door Franse officieren geëncadreerde eenheid van al-Qaida, gelast door de NAVO het hotel Rixos in te nemen waar Kadhafi zich schuilhield, en in het voorbijgaan Thierry Meyssan te vermoorden (augustus 2011). Onder bevel van Abdelhakim Belhaj en met meerdere duizenden Libische strijders kwam hij in november 2011 naar Syrië om het Vrije Syrische leger te organiseren, op rekening van Frankrijk. Naderhand creëerde en commandeerde hij een ander privé leger, Liwa al-Umma, die eind 2012 het acroniem van het Vrije Syrische leger hernam. Bij zijn terugkomst in Libië werd hij tot burgemeester van Tripoli gekozen (augustus 2014) toen het land zich verdeelde in twee regeringen, de ene in Tripoli gesteund door Turkije, de andere in Tobrouk gesteund door Egypte en de Emiraten.

De openbare implicatie van Turkije in het conflict

Turkije trok veel profijt van de oorlog tegen Syrië. Ten eerste door het organiseren van de plundering van diens archeologische schatten. Er werd zelfs een openbare markt ingericht in de Turkse stad Antiochië opdat de collectioneurs van de hele wereld de gestolen museumstukken konden kopen en de te stelen stukken konden bestellen. Voorts door de organisatie van de industriële plundering van Aleppo, de industrie hoofdstad van Syrië. De Kamer van Handel en Industrie van Aleppo heeft laten zien hoe de fabrieken systematisch werden gesloopt, en hoe de gereedschapswerktuigen naar Turkije werden overgebracht onder het wakend oog van de MIT. De Syriërs hebben bij de Justitie een klacht ingediend, maar hun Turkse advocaten werden meteen gearresteerd door de Erdoğan administratie en zitten nog steeds gevangen.

Het Turkse leger heeft lange tijd alleen Speciale eenheden Syrië ingestuurd —meerdere Turkse soldaten zijn door het Arabisch Syrische leger gevangen genomen—. Turkije heeft echter in september 2013 de aanval van het Christelijke dorp Maaloula gecoördineerd; een dorp dat geen enkel strategisch belang biedt maar de vroegste Christelijke bedeplaats ter wereld is. Maar vooral viel het Turkse leger in maart 2014 Syrië binnen om de jihadisten van het Al-Nosra Front (Al-Qaida) en het Leger van de Islam (pro-Saoedi) tot aan de Armeense stad Kassab te escorteren met de opdracht de bewoners af te slachten wiens grootouders aan de Ottomaanse genocide waren ontvlucht [11]. Het was geen verrassing dat Frankrijk en de Verenigde Staten opponeerden tegen een veroordeling van deze agressie door de VN Veiligheidsraad. Later is het Turkse leger nog verschillende malen Syrië binnengevallen maar heeft geen andere veldslagen geleverd.

Na in de Verenigde Staten te zijn geformeerd is Hakan Fidan de verbindingsagent geworden tussen het hoofdkwartier van de NAVO in Turkije tijdens de oorlog in Kossovo (1998). Vertrouwensman zijnde van Recep Tayyip Erdoğan, is hij in 2003 benoemd tot directeur van de TIKA, het agentschap dat de relaties met de Turks-sprekenden van centraal Asië bevordert en de Hizb ut-Tahrir leidt. (een afscheiding van de Moslimbroeders die een terroristen campagne in de vallei van Ferghana voert). In 2007 komt hij in het kabinet van Eerste minister Erdoğan en wordt administrateur van de AIEA. In 2010 wordt hij benoemd tot chef van de geheime diensten (MIT). Hij organiseert de jihadisten-kampen in Turkije en hun bevoorrading in Syrië, ook voor Daesh. Vooral probeert hij de Verenigde Staten in de oorlog tegen Syrië te betrekken door het organiseren van de chemische aanval op Al-Ghouta en die toe te schrijven aan president Al-Assad (augustus 2013). Na de ondertekening van het Turkish Stream akkoord met Rusland komt hij in conflict met M. Erdoğan en neemt ontslag, maar op 9 maart 2015 ziet hij ervan af zich te presenteren voor de parlementsverkiezingen en neemt zijn functies van chef van de geheime diensten weer op.

Het gewicht van de misdaden van Recep Tayyip Erdoğan

De Turkse pers heeft uitgebreid de misdaden van de Erdoğan administratie behandeld waardoor de Alevieten (verwant aan de Alawieten) en de Koerden werden vervreemd. De eersten steunen massaal de CHP en de tweeden de HPD. Maar dat was onvoldoende om de nieuwe Sultan ten val te brengen.

De vergissing kwam op 1 december 2014 toen M. Erdoğan een gigantisch economisch akkoord ondertekende met president Poetin, die hij als een Tsaar beschouwd, dus als een model. Misschien was hij wel bang dat de Verenigde Staten zich tegen hem zouden keren, na de ondergang van Syrië, net zoals ze zich tegen Saddam Hoessein hadden gekeerd toen Iran tenslotte op zijn knieën lag. Maar het is waar dat door van twee walletjes te eten, het Oosten en het Westen, heeft M. Erdoğan de sinds 1998 onfeilbare steun van de CIA verloren.

In september 2012 vormden Recep Tayyip Erdoğan, François Hollande en Laurent Fabius een samenzwering om president Bashar al-Assad te laten vermoorden. De operatie mislukte.

Het parcours van Recep Tayyip Erdoğan

Als tiener dacht M. Erdoğan er aan een voetbal loopbaan te beginnen. Een geboren leider en boeiende persoonlijkheid, leefde hij op straat aan het hoofd van een groep boosdoeners. Hij sloot zich spoedig aan bij de Millî Görüş (letterlijk: « Nationale visie », wat moet worden begrepen in de context van de censuur als « politieke Islam ») van Necmettin Erbakan, met de her-Islamisering van de maatschappij op het programma. In een uiterst rechtse groep zette hij zich in tegen het communisme et nam deel aan verscheidene anti-Joodse en anti-vrijmetselarij demonstraties.

Toen hij in 1991 werd gekozen en in het Parlement kwam, werd het hem verboden zijn functies uit te oefenen vanwege de staatsgreep en de repressie die de islamisten trof. Toen hij in 1994 tot burgemeester van Istanbul werd gekozen, oefende hij zijn functies uit zonder zijn islamitische visie op te dringen. Desondanks, op het moment dat zijn partij werd verboden werd hij veroordeeld omdat hij tijdens één van zijn redevoeringen een pan-Turks gedicht had voorgedragen. Hij zat vier maanden gevangenisstraf uit en het werd hem verboden verkiezingskandidaat te zijn.

Toen hij werd bevrijd wendde hij voor zijn vergissingen uit het verleden achter zich te hebben gelaten. Hij gaf zijn anti-Westerse retoriek op, hetgeen de tweedeling van de Necmettin Erbakan beweging veroorzaakte. Met de hulpvan VS ambassade richtte hij toen de AKP op, een partij zowel Islamist als Atlantist waarin hij niet alleen zijn vrienden van de Millî Görüş opnam, maar ook de volgelingen van Fetullah Güllen en de vroegere aanhangers van Turgut Özal. Deze laatste was een soenniet koerde die president was van 89 tot 93. De AKP won de verkiezingen van 2002, maar deze werden geannuleerd. Ze won de verkiezingen van 2003 ook, hetgeen Recep Tayyip Erdoğan in staat stelde eindelijk Eerste minister te worden, daar zijn politiek verbod afgelopen was.

Eenmaal aan de macht vergat M. Erdoğan zijn Islamitische visies op te leggen. Hij ontwikkelde de economie met de hulp van de Verenigde Staten, en van 2009 af bracht hij de theorie van professor Ahmet Davutoğlu (een leerling van Fetullah Güllen) in praktijk: « nul problemen met onze buren ». Het ging erom de overgeërfde conflicten van het Ottomaanse rijk met een eeuw vertraging op te lossen. Onder andere zette hij een gemeenschappelijke markt op met Syrië en Irak, wat een regionale economische explosie tot gevolg had.

De AKP en de Moslims broeders

Ondanks hun verschillende geschiedenis manifesteerde de Millî Görüş nog steeds een interesse voor de Egyptische Moslim broeders. Zo hadden ze de boeken van Hassan el-Banna en van Saïd Qotb vertaald.

De AKP benaderde officieel het Moslimbroederschap tijdens de Israëlische oorlog tegen de bewoners van Gaza in 2008-2009. Hetgeen de regering Erdoğan er toe bracht deel te nemen aan de door de Moslim broeders georganiseerde Gaza-flottielje onder het mom van een humanitaire associatie, de IHH, en onder het wakend oog van de CIA [12].

Vanaf de eerste dagen van de Arabische lente steunde de AKP Rached Ghannouchi in Tunesië, Mahmoud Jibril in Libië en Mohamed Morsi in Égypte. De partij verschafte specialisten in politieke communicatie aan de Moslimbroeders en raadgevers om hun gemeenschappelijke visie op te dringen in hun respectieve maatschappijen.

Als teken van deze alliantie maakte M. Erdoğan in september 2011 de oprichting van de Nationale Raad van Syrië mogelijk, die later de Syrische regering in exil werd; een instantie geheel onder controle van de Moslimbroeders [13].

In 2012 verwelkomde M. Erdoğan de aan de macht zijnde leiders van de Moslimbroeders op het congres van de AKP: de Egyptenaar Mohamed Morsi en de Palestijn Khaled Meschal. Tevens organiseerde hij op 10 juli 2013 een conferentie van de Broeders waaraan Youssef Nada, Mohammad Riyad al-Shafaka (de gids van de Broeders in Syrie) en Rached Ghannouchi. Als voorzorgsmaatregel waren het de voormalige vrienden van de Millî Görüş die de uitnodigingen verzonden en niet de AKP.

Toen in september 2014 Qatar een oorlog met Saoedi Arabië vermeed door de Moslimbroeders te verzoeken het Emiraat te verlaten, grijpt M. Erdoğan nogmaals zijn kans en wordt de enige kopman van het Broederschap op het internationale plan.

Président Erdoğan houdt een ontvangst in zijn splinternieuw paleis omringd door 16 soldaten gekostumeerd als krijgers van de 16 Turkse rijken die aan hem vooraf gingen.

De toekomst van Turkije

Voor het gemak heeft men Recep Tayyip Erdoğan beschouwd als een neo-Ottomaan. Zijn project is echter nooit geweest het Rijk te reconstrueren, maar een nieuw te creëren met zijn eigen regels. Hij dacht zich te kunnen afzetten nu eens op het fantasme van een nieuw Kalifaat (met Hizb ut-Tahrir, en later met Daesh), dan weer op dat van het pan-Turkisme (« de Grijze Wolven »).

Het is evenzeer onterecht dat men hem beschrijft als een autoritaire politicus. in werkelijkheid heeft hij zich altijd gedragen als een meute-leider; en men zegt van een boevenhoofdman niet dat hij autoritair is. Wanneer men hem in de talrijke misdaden op heterdaad betrapt, heeft hij altijd gereageerd met het ontkennen van wat voor de hand ligt of door het arresteren van politieagenten en rechters die de wet toepassen.

Zelfs als Recep Tayyip Erdoğan er in zou slagen de MHP om te kopen, of tenminste 18 van zijn parlementariërs, om een regeringscoalitie te vormen, zal zijn partij niet lang aan de macht blijven.

Om zeker te zijn de AKP niet meer behoeven te affronteren, zouden de Verenigde Staten er goed aan doen de volgelingen van Fetullah Güllen en de partizanen van wijlen président Turgut Özal aan te moedigen hun eigen partij de vormen.

De regering die de AKP zal opvolgen zal snel de politieke gevangenen moeten bevrijden, de gecorrumpeerde Islamitische leiders moeten vervolgen en de verschillende Islamitische wetten ongedaan moeten maken om de publieke opinie tevreden te stellen. Dat zal een einde maken aan de Turkse deelname aan de agressieoorlog tegen Syrië, maar zou de exfiltratie van de jihadisten van Irak en Syrië door de CIA naar een andere bestemming mogelijk moeten maken. Die nieuwe regering zal financiële steun van de Verenigde Staten krijgen zo gauw ze bij het door de presidenten Erdoğan et Poetin getekende verdrag een vraagteken plaatsen.

De val van de AKP zou het Moslimbroederschap doen terugtrekken naar Qatar, de enige Staat die hen dan nog begunstigt. Dit zou ook de horizon in Tunesië en Libië doen opklaren en de vrede in Syrië en Egypte bevorderen.

Vertaling
Bart Ero

[1« 30 millions d’euros et la voix d’Erdogan », Réseau Voltaire, 25 février 2014.

[2« Erdoğan attaque Gülen publiquement », Réseau Voltaire, 23 novembre 2013.

[3« Le coup d’État judiciaire de l’AKP », par Thierry Meyssan, Al-Watan (Syrie), Réseau Voltaire, 19 août 2013.

[4“Israeli general says al Qaeda’s Syria fighters set up in Turkey”, par Dan Williams, Reuters, 29 janvier 2014.

[5De Amerikaanse school was een martelschool, tijdens de Koude oorlog in Panama gecreëerd door de CIA.

[6« Erdoğan recevait secrètement le banquier d’Al-Qaida », Réseau Voltaire, 2 janvier 2014.

[7« Kobané, objet de tous les mensonges », Réseau Voltaire, 1er novembre 2014.

[8Turkije arresteert de procureurs die onderzoek verrichtten betreffende het Islamitische Emiraat”, Traduction Bart Ero, Voltaire Netwerk, 13 mei 2015.

[9Once NATO enemies in Iraq and Afghanistan, now NATO allies in Libya”, by Webster G. Tarpley, Voltaire Network, 24 May 2011.

[10« L’Armée syrienne libre est commandée par le gouverneur militaire de Tripoli », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 18 décembre 2011; « Islamistas libios se desplazan a Siria para “ayudar” a la revolución», por Daniel Iriarte, ABC (España), Red Voltaire, 19 de diciembre de 2011.

[11« Pour Ankara, le massacre est-il une option politique ? », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 27 octobre 2014.

[12« Flottille de la liberté : le détail que Netanyahu ignorait », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 6 juin 2010.

[13De Raad was in het begin onder het presidentschap van professor Burhan Ghalioun, door de Westerse pers gepresenteerd als een « profane militant » terwijl hij sinds 2003 de politieke raadsman van Abbassi Madani is (president van het Islamitische heilsfront van Algerië). De Raad is vandaag gepresideerd door Georges Sabra, gepresenteerd als « marxistisch christen » terwijl hij juist zijn pelgrimstocht naar Mekka heeft voltooid.