De eerste vergadering van de G5 in Rambouillet

De G7 heeft zich pas verenigd in Ise-Shima (Japan). Maar terwijl de voorafgaande conferenties over ons werden uitgestort, werd deze nauwelijks in de internationale pers behandeld. Dat is omdat deze vergadering zijn objectief geheel veranderd heeft.

In de context van de eerste oliecrisis in 1974 verenigden vijf ministers van Financiën (West-Duitsland, Frankrijk, Japan, Verenigd koninkrijk, USA) zich zonder agenda in de bibliotheek van het Witte-Huis, alleen om hun standpunten uit te wisselen. Dat was de « Bibliotheek Groep ».

Op dit model hebben de enige twee overlevenden, Valéry Giscard d’Estaing die president van de Franse republiek was geworden en Helmut Schmidt die kanselier van de Duitse bondsrepubliek, het volgende jaar (1976) op het kasteel van Rambouillet het initiatief genomen de hoofden van de Staat en van de regering van dezelfde landen plus Italië uit te nodigen teneinde hun standpunten over de grote onderwerpen van het moment uit te wisselen. In die tijd waren de internationale topconferenties zeldzaam en uitermate formeel. De G6 contrasteerde hiermee door zijn afwezigheid van protocol, zijn eenvoudig karakter, ontspannen en vriendschappelijk, in een atmosfeer van een privé club. De besprekingen waren direct in het Engels, zonder vertalers. De vergadering werd op het laatste moment aangekondigd. Er waren noch agenda noch journalisten.

In 1977 nodigde men de Canadese Eerste minister ook uit (G7), en van 1978 af de president van de Europese commissie. In 1994 werd de Russische president uitgenodigd en officieel geïntegreerd in 1997 (G8). De Westerlingen waren er inderdaad van overtuigd dat na de ontmanteling van de USSR, Rusland zich bij hen zou voegen opdat ze samen een unipolaire wereld zouden creëren en domineren. Dat was de tijd dat zich een transnationale leidersklasse vormde met een onbegrensde ambitie. Deze stelde zich voor het internationaal recht overboord te kunnen gooien en zich in plaats van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties te stellen en zo de wereld zonder controle te kunnen regeren.

In 2000 ondersteunde de G8 het voorstel van Paul Wolfowitz en van de Wereldbank om de schuld van de armste landen te schrappen. Maar er was een kleine voorwaarde: ze moesten hun economie geheel liberaliseren opdat de multinationale maatschappijen ze onbeperkt konden plunderen. Op 62 betrokken landen namen slechts 9 Staten deze oplichtersdeal aan. Het door de G8 ingenomen standpunt wierp een mondiale anti-globalisatie beweging op. Tijdens de volgende topconferentie in Genua 2001 viel er door de repressie een dode. Toen werd er besloten dat deze conferenties voortaan buiten de grote steden gehouden zouden worden, met een belangrijke politionele en militaire bescherming. Men zou er rustig naar wens kunnen samenzweren achter gesloten deuren.

Maar in 2013 wordt het onplezierig: Vladimir Poetin kwam terug in het Kremlin, en het Westen had juist de oorlog tegen Syrië weer gelanceerd ondanks de engagementen die door Kofi Annan waren onderhandeld en bevestigd door het Communiqué van Genève. De Topconferentie van Lough Erne veranderde zich in een conflict van 1 tegen 7. Het onderwerp was de strijd tegen de belastingparadijzen, maar de discussie werd geabsorbeerd door de Westerse ommezwaai over Syrië. Het volgende jaar (2014), na de staatsgreep en de splitsing van Oekraïne, en de aansluiting van de Krim aan de Russische Federatie, constateerde Duitsland dat het vertrouwen tussen de deelnemers was verbroken en dat de vergadering niet in de gebruikelijke vorm gehouden kon worden. De Westerlingen besloten hun deelname aan de Top van Sotchi in alle haast te annuleren en kwamen zonder Rusland terecht in Den Haag (Nederland). Le G8 min 1 werd weer G7.

42 jaar eerder eindigde de Top met een korte verklaring waarin de besproken economische onderwerpen werden aangegeven, daarbij de samenhang van het Westerse blok onderstrepend. Al snel werden deze communiqués langer om de internationale investeerders gerust te stellen dat er geen enkele belangrijke beslissing in deze geheime vergadering werd genomen. Vanaf de uitnodiging van Rusland en de komst van talrijke journalisten voegde men hier een politieke verklaring aan toe die bedoeld was te tonen dat de wereld zich verenigde en Washington omringde. Vervolgens begon men lange verhandelingen te publiceren over de toestand in de wereld en de goede wil van de machtigen die te verbeteren. Maar nooit, absoluut nooit, werd er door de G8 een beslissing genomen. Op zijn best kondigde men verbintenissen aan om die zo snel mogelijk weer te vergeten (zoals de uitbanning van de honger in de wereld) of vaardigde men Handvesten uit die men zo snel mogelijk schond (over de Openbare bronnen bijvoorbeeld).

Van 2001 af wordt de G8, die zich afficheert als een wereldregering parallel aan de Verenigde Naties, in werkelijkheid een overlegvergadering zonder inzet. Op deze foto, in meerdere landen getroffen door een publicatieverbod, ziet men president Dmitri Medvedev dronken tijdens de Top van 2011.
© Voltaire Netwerk

Wat is er van de G7 geworden

Van de 9 officiële leden van de G7 hebben er 2 een dubbele stem: de Verenigde Staten kunnen rekenen op de president van de Europese Commissie, de Luxemburger Jean-Claude Juncker, die zijn ontslag als Eerste minister moest indienen nadat men zijn lidmaatschap aan Gladio (geheime dienst van de Navo) had onthuld. Wat betreft Duitsland, het steunt op de president van de Europese raad, de Pool Donald Tusk, wiens familie sinds het begin van de Koude Oorlog aan die van de Merkels verbonden is.

Voortaan is de G7 een eenvoudige formele ontmoeting. De Verenigde Staten en Duitsland geven de formules aan die hun vazallen verzocht worden te gebruiken. Duizenden journalisten wonen deze hoogmis bij. Tenslotte heeft de Top van Ise-Shima een lange economisch-politieke verklaring gepubliceerd en zes bijgevoegde documenten die het taalgebruik van de Amerikaanse elites weerspiegelen. Alles is er perfect, op het eerste gezicht ten minste, want als men zich in de lezing ervan verdiept —dat zullen we zien— is het in tegendeel schandalig.

In de introductie van hun verklaring onderstrepen de leden van de G7 hun gemeenschappelijke waarden, waarvan de vier belangrijkste zijn:
 de vrijheid
 de democratie
 de rechtsstaat
 respect voor de mensenrechten.

Vervolgens verzekeren ze te kunnen garanderen
 de vrede
 de veiligheid
 en de welvaart van de wereld.

Tenslotte duiden zij hun prioriteit aan:
 de globale economische vooruitgang.

Een klein kind begrijpt zonder moeite dat deze « grote mensen », die verzekeren dat hun prioriteit de globale economische vooruitgang is, zich niets aantrekken van de idealen die ze verkondigen.

De 9 leden van de G7

De eindverklaring van de G7

Ik zal me hier beperken tot het bekijken van de passages over de internationale politiek zoals ze gezien worden door hen die de machtigste mensen van de wereld willen zijn [1]. Het is een catalogus van de 18 belangrijkste actuele Westerse leugens. Dit geeft de gelegenheid de belangrijkste conflictuele onderwerpen door te nemen.

 De « strijd tegen het terrorisme en het gewelddadig extremisme » [2]

Het is voortaan jammergenoeg een voldongen feit dat men in de internationale topconferenties het terrorisme ziet als het gevolg van het gewelddadig extremisme. Het zou hier alleen gaan om een rijpingsproces van persoonlijke psychologische problemen in een onopgeloste politieke context. Het terrorisme zou dus geen militaire strategie zijn, geen enkele Staat zou het gebruiken, en het zou uitsluitend gefinancierd zijn door privé sponsors en verschillende soorten sluikhandel. Dat is de theorie verdedigd sinds december 2015 door Ban Ki-moon die zich bij de G7 had aangesloten om de illusie te wekken van een mondiale consensus [3]: de enige vijand is het « radicalisatie ». Een formulering die het degenen die het terrorisme organiseren mogelijk maakt elke vorm van oppositie te bestrijden, onder het voorwendsel het terrorisme te verhinderen.

Zoals we het sinds 2001 kolommenlang ontwikkelen zijn ten minste 8 van de 9 leden van de G7 direct betrokken bij de steun aan Al-Qaeda en aan Daesh in Irak, Syrië en in Libië. Alleen Canada onder Justin Trudeau schijnt niet meer deel te nemen aan deze geheime oorlog.

 « De migraties en de vluchtelingencrisis » (en niet de vluchtelingencrisis en de migranten)

Men ziet hier het semantische onderscheid tussen de migratiestroom en de crisis van de vluchtende personen. De migranten nemen het besluit zich te verplaatsen. Ze worden beschouwd als een stroom, niet als personen, in tegenstelling tot de vluchtelingen die gedwongen zijn zich te verplaatsen en recht hebben op een internationale bescherming.

Maar in werkelijkheid zijn er heel weinig echte vluchtelingen. De grote meerderheid van de Syriërs die hun land hebben ontvlucht heeft geweigerd hun land te verdedigen tegen de jihadisten want ze was ervan overtuigd dat de Republiek door de Navo ten val zou worden gebracht. Anderen zijn aan de gevechten ontvlucht hopende na de overwinning van de jihadisten en de oprichting van een echte Islamitische Staat terug te komen. Maar het internationaal recht kent niet de vluchtelingenstatus toe aan hen die weigeren de wapens op te nemen om hun vanuit het buitenland aangevallen land te verdedigen, noch aan hen die op een overwinning hopen zonder gevecht te leveren.

Het lijdt geen twijfel dat het vluchtfenomeen van de Syriërs aangemoedigd werd door de aanvallende landen, die hoopten de overwinning te behalen door het land van zijn inwoners te ontdoen. En alle leden van de G7 hebben aan dit plan deelgenomen.

 Syrië

De G7 veroordeelt met de grootste onbuigzaamheid het schenden van de stopzetting van de vijandelijkheden door het « Syrische regime ». Zeker, maar ze heeft het niet over de schendingen die al eerder werden begaan door de gewapende groepen, noch —en dat is belangrijk— over de schendingen die ze zelf als eerste had gepleegd. Ik heb het hier bijvoorbeeld over de levering van 2000 ton wapens en munitie door het Amerikaans ministerie van Defensie, zoals de revue Jane’s. Wapens en munitie waarvan minstens de helft werd overgedragen aan Al-Qaeda en aan Daesh, die de G7 zogenaamd bestreed enkele regels hierbovent [4].

De G7 veroordeelt evenzo « het regime » (negatieve uitdrukking die een Lidstaat van de Navo aanduidt en zo onderstrepend dat het oorlogsdoel van de G7 een regiem-verandering is) ervan de toegang tot de internationale humanitaire hulp te hebben geblokkeerd. Maar de door de Uno geciteerde gevallen komen overeen met een non-respect door de Uno zelf van de datums of de trajecten die van te voren met de Syrische regering overeengekomen waren. Behalve dat de G7 de gewapende groepen er niet van veroordeelt de toegang tot meerdere lokaliteiten te hebben geblokkeerd, wordt er aankondigt dat hun abusief verwijt aan het « regime » als voorwendsel wordt gebruikt het Mondiale voedsel programma toe te staan hulp te parachuteren in de gebieden van de jihadisten. Maar aangezien het MVP zelf niet de middelen heeft voor dit soort operaties, worden deze onderbesteed aan de US Air Force die niet alleen voedsel en medicijnen afgooit maar ook wapens en munitie. Dit soort operaties heeft alleen een humanitair voorkomen, want het voedsel en de medicijnen worden onmiddellijk in beslag genomen door de gewapende groepen die ze doorverkopen voor extreem hoge prijzen aan de bevolking die ze onder hun controle hebben, of zelfs naar Turkije exporteren, zoals onlangs is geconstateerd.

Tenslotte brengt de G7 de kwestie van de chemische wapens aan de orde zonder partij te kiezen; een teken dat men de beschuldiging altijd tegen welke partij dan ook zal kunnen gebruiken, de gewapende groepen en Turkije inbegrepen. Het is een chantage middel tegenover de onvoorspelbare regering Erdoğan.

 Irak

De G7 steunt « de eenheid, de soevereiniteit en de territoriale integriteit » van het land. Ze feliciteert de Iraakse regering met zijn strijd tegen Daesh en kondigt aan dat ze van nu af aan Bagdad al steunt voor zijn inspanningen de bevolking van de bevrijde gebieden te hulp te komen. Maar, aangezien het Syrische « regime » niet ook gefeliciteerd wordt voor zijn overwinningen tegen Daesh kan men de gevolgtrekking maken —in tegenstelling tot de resoluties van de Veiligheidsraad van de Uno— dat het hoofddoel niet de strijd tegen het terrorisme is.

De leden van de G7 kondigen aan meer dan 3,6 miljard dollar uit te geven om de Iraakse autoriteiten te helpen, de Koerden inbegrepen. Zodoende wordt tegengesproken wat enkele regels hoger werd geschreven: inderdaad, ze veinst de eenheid van het land te steunen, maar levert rechtstreeks wapens aan een provincie die aangemoedigd wordt niet meer aan de centrale overheid te gehoorzamen.

 Iran

Met aplomb feliciteert De G7 zich met het een jaar tevoren met Iran gesloten 5+1 akkoord. Maar dit voorzag de opheffing van de Amerikaanse, Europese en internationale sancties, hetgeen Iran in staat had moeten stellen opnieuw over de 150 miljard dollar te beschikken die over de hele wereld geblokkeerd zijn. Hoewel enkele kleine landen inderdaad de gelden die ze gedwongen waren vast te zetten, gedeblokkeerd hebben —bijvoorbeeld Zwitserland voor 12 miljoen dollar—, heeft Iran nog geen enkele geblokkeerde cent van de Verenigde Staten of Europa binnengekregen. Erger nog, Hoewel Washington officieel gedaan had alsof er 450 miljoen dollar gedeblokkeerd werd, werden deze onmiddellijk in surseance van betaling gezet door een « onafhankelijke » Amerikaanse rechter met als motief de slachtoffers van de aanslagen van de 11-september, waarvan de Verenigde Staten Iran in de 15 laatste jaren nog nooit hadden beschuldigd, schadeloos te stellen. De standpuntbepaling van de 9 leden van de G7 kwam hier als antwoord op de door Iran bij de Veiligheidsraad ingediende klacht, met de steun van de Beweging van niet-gebonden Staten [5].

De G7 gaat door met het veroordelen van de Iraanse research op het gebied van raketten, die in strijd zou zijn met resolutie 2231. Deze resolutie heeft het echter niet over die kwestie. De ambassadrice Samantha Power had trouwens in een debat in de Veiligheidsraad eraan herinnerd dat Iran niet alleen moest voldoen aan deze resolutie maar ook aan de andere internationale regels betreffende de ballistische raketten [6]. De Verenigde Staten weten dat ze de kwestie van de ballistische raketten niet aan de nucleaire kwestie kunnen binden; ze hebben trouwens sinds het 5+1 akkoord geen enkele klacht tegen Iran ingediend.

 Democratische volksrepubliek Korea

De G7 veroordeelt de nucleaire research van wat ze « Noord-Korea » noemt, zo onderstrepend dat de Verenigde Staten sinds 1950 in oorlog tegen dit land zijn. Het is waar dat ze kan steunen op meerdere resoluties van de Veiligheidsraad. Maar in afwezigheid van een vredesverdrag en gezien de tienjarige op Iran uitgeoefende druk hoewel dit land geen militair nucleair programma had, begrijpt men dat Pyongyang niet aan deze resoluties voldoet.

 « Oekraïne/Rusland »

De G7 bevestigt opnieuw de verplichting om « de soevereiniteit, territoriale integriteit en onafhankelijkheid » van Oekraïne te respecteren. Vervolgens veroordeelt ze de onwettelijke annexatie van de Krim door Rusland. Het is een ander voorbeeld van de Westerse hypocrisie. Want het zijn de leden van de G7 die de staatsgreep in Kiev hebben georganiseerd, die daarmee de Soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne schonden. De bewoners die de putsch weigerden hebben eerst gepoogd in het verzet te gaan. Ze hebben snel beseft dat de bevolking zich geografisch verdeelde in pro-atlantist en pro-Russisch. De pro-Russische zones, de Krim, Donetsbekken, en Lougansk hebben hun onafhankelijkheid uitgeroepen, maar alleen de Krim heeft snel genoeg gereageerd om zijn herverbinding met de Russische Federatie aan te vragen.

Men kan slechts één zin vinden die de corruptie van de Oekraïense regering bekritiseert; wat een teken is dat de leden van de G7 zich opgescheept voelen met hun nieuwe bondgenoot.

 Libië

De G7 ondersteunt de door Fayez al-Sarraj gepresideerde regering — de enige huidige door de Uno erkende autoriteit— om het land te beveiligen, zijn olie-exploitatie te veroorloven en tegen Daesh te strijden.

Nu het land geen legitieme chef meer heeft, is het verdeeld in volksstammen. De regering al-Sarraj werd samengesteld door de Uno tijdens de akkoorden van Skhirat (april 2015). Maar die werd nooit bekrachtigd door de Kamer van afgevaardigden die door de Navo was gecreëerd na de moord op Mouamar el-Kadhafi. Die is dus niet legitiemer dan de anderen, maar wel gehoorzamer. Hoe het ook zij, de leden van de G7 kondigen hun steun aan de opheffing van het embargo op de wapens aan, maar alleen ten gunste van al-Sarraj, hetgeen hem in staat zal stellen hetzij zijn rivalen uit te moorden, hetzij de burgeroorlog weer te lanceren.

 Afghanistan

De leden van de G7 ondersteunen « elk door de Afghanen geanimeerd vredesproces », hetgeen op zijn minst ontstellend is, 15 jaar na de Angelsaksische invasie en de door de overwinnaars opgelegde akkoorden van Bonn. Ze feliciteren zich met de deelname van Afghanistan aan de Navo topconferentie in juli te Warschau, hetgeen veelzeggend is voor het « door de Afghanen geanimeerd » vredesproces, en voor de wil de militaire omsingeling van Rusland voort te zetten.

 « Vredesproces in het Nabije Oosten »

De G7 geeft met deze formulering toe dat het Israëlisch-Palestijns conflict in werkelijkheid een Israëlisch-Arabisch conflict is. Rekening houdend met de slechte verhouding met de huidige Israëlische Eerste minister, Benjamin Netanyahu, steunt de G7 het Franse initiatief van een internationale conferentie… zonder Israëliërs noch Palestijnen; volgens haar de enige manier om met de « twee staten oplossing » voortgang te maken.

 Jemen

Behoedzaam voortbewegend beweert de G7 dat de vrede in Jemen afhangt van de herneming van de politieke overgang. Een indirecte formulering om aan te geven dat ze de door de straat verjaagde overgangspresident Abd Rabbo Mansour Hadi, steunt, voor wie Saoedi Arabië en Israël zich enorm inzetten.

 Afrika

Terwijl de G7 tot in details de voorafgaande Staten heeft behandeld, belast het zich niet met dezelfde aandacht met Burkina Faso, Burundi, Mali, Nigeria, de Centraal Afrikanse republiek, de Democratische republiek Congo, Somalië en Zuid-Soedan, zomin als enkele zelfs niet genoemde andere Staten van het stroomgebied van de Tchad, van de Sahel en van de Hoorn van Afrika. Ze zijn allen in één paragraaf ondergebracht die een groot aantal problemen onder elkaar zet en waarin de G7 aanbeveelt de inter-gouvernementele organisaties te versterken om de problemen op te lossen. Het Pentagon heeft nog steeds niet kunnen verkroppen dat AfriCom bij zijn creatie niet door de Afrikanen met open armen werd ontvangen.

De paragraaf werd geredigeerd in het bijzijn van de Tsjadische president Idriss Déby, die in de marge van de Topconferentie was uitgenodigd. De onaantastbare Amerikaanse wet volgens welke geen enkele president zich voor meer dan twee opeenvolgende mandaten kan presenteren wordt in dit land niet opgevolgd. M. Déby, die sinds 25 jaar ononderbroken aan de macht is, wordt beschuldigd van talrijke misdaden in zijn land en in Darfour, maar hij is de beste bondgenoot voor een militaire ontplooiing op het zwarte continent.

 Venezuela

De G7 wenst zowel een dialoog tussen de regering en de bevolking als tussen de regering en het parlement. Deze formule suggereert behendig dat de regering een zowel autoritaire als een door het volk en de politieke partijen bestreden regime is.

In werkelijkheid, aangezien Washington de opstanden had georganiseerd (la « Guarimba ») in 2014 [7], een staatsgreep had gerealiseerd in februari 2015 [8], had gedecreteerd dat Venezuela « een bedreiging vormde voor (zijn) nationale veiligheid » [9], en een dossier had gefabriceerd om één van de belangrijkste Bolivaarse leiders, Diosdado Cabello, ervan te beschuldigen een drughandelaar te zijn [10]. Ondanks de beleefdheden van president Obama toen hij zijn Venezolaanse homoloog ontmoette, heeft hij zijn decreet in 2016 vernieuwd. Op 25 februari redigeerden SouthCom en de Amerikaanse Special forces een landelijk destabilisatie-plan dat ongelukkigerwijs is uitgelekt [11]. Het doel is in de komende jaren een chaos te veroorzaken zoals dat in de Levant was gedaan.

 Maritieme veiligheid

De G7, die zich opstelt als garant van de maritieme veiligheid, hoewel zijn leden de piraten van de Hoorn van Afrika zelf hadden georganiseerd in de jaren 2009-10 [12], bekritiseert de claims van Peking in de Chineese Zee zich baserend op het zeerecht dat hier absoluut het probleem niet is.

De eisen van Peking zijn historisch gezien legitiem en hinderden niemand tot aan de ontdekking van olievelden. De eilanden Spratleys en Paracels werden beschouwd als Chinees tot in de XVIIIe eeuw. Maar omdat ze vrijwel geheel onbewoond waren stuurde de keizer nooit een gezant. Ze werden achtergelaten tijdens de kolonisatie van China in de XIXe eeuw. Feitelijk kunnen ze dus vandaag net zo goed door worden geclaimd door Taipei als door Peking al naar gelang hoe men de dekolonisatie interpreteert. En natuurlijk hebben de vroegere koloniale machten niet dezelfde lezing van de gebeurtenissen als het Chinese volk die ze zijn land hebben uitgeschopt.

 Non-proliferatie en ontwapening

Men kan zich voorstellen dat de G7 de nucleaire non-proliferatie en de ontwapening prefereert want zijn uitspraken zijn altijd vredelievend, hoewel zijn praktijk imperialistisch is.

De Westerse hypocrisie wordt hier geïncarneerd door Barack Obama die de nobel vredesprijs ontving omdat hij zijn wil had aangekondigd van de kernwapens af te stappen, maar die daarentegen, één keer aan de macht, het Amerikaanse nucleaire arsenaal heeft gemoderniseerd en uitgebreid. Vlak na de topconferentie is hij naar Hiroshima gegaan waar hij een rede heeft uitgesproken. Natuurlijk heeft hij niet zijn excuses aangeboden —hij is niet verantwoordelijk voor wat zijn voorgangers hebben gedaan—, maar hij heeft niet geantwoord op de vraag van de legitimiteit van het nucleaire bombardement, hetgeen geen twijfel laat bestaan over hoe hij er over denkt.

De G7 gaat er stilzwijgend aan voorbij dat een familie er vorig jaar in is geslaagd zich de kernbom aan te schaffen en al twee tactische bommen heeft gebruikt in Jemen [13]. Dit is evenwel een tastbaar gevaar, veel ernstiger dan dat van de Noord-Koreaanse testen. Bovendien, het feit dat de Saoedi’s zich privé deze technologie hebben aangeschaft, en niet op naam van hun Staat, opent Saoedi Arabië een bres te meer in het Verdrag van non-proliferatie.

 Hervorming van de Verenigde Naties en de vredesoperaties

Zoals te verwachten staat de G7 gunstig tegenover een evolutie van de organisatie van de Verenigde Naties. Ze profiteert van de gelegenheid om opnieuw haar steun aan de beslissingen van de door president Obama bij de Uno geleide topconferentie over de Vredesoperaties te benadrukken.

Het probleem is dat het principe zelf van de operaties voor het behoud van de vrede in strijd is met het Handvest van de Uno. Tijdens zijn oprichting hadden de stichters observatiemissies voorzien om de toepassing van de vredesakkoorden te verifiëren. Deze waren slechts mogelijk en nuttig in het geval van een akkoord tussen de conflictpartijen. In tegenstelling daarmee legt de Veiligheidsraad vandaag zijn oplossing aan de partijen op, dat wil zeggen dat deze zich aan de ene of de andere kant schaart en een gewapende macht ontplooit om zijn respect af te dwingen. Het is eenvoudigweg de aankleding van een koloniale praktijk in het internationaal recht.

 Mensenrechten

Deze paragraaf illustreert precies de basis van mijn opmerkingen: wie zou er tegen de mensenrechten zijn? Niemand. Desalniettemin presenteert de tekst de eerbied voor deze Rechten als « een partenariaat tussen Staten en civiele maatschappijen ». Zodoende neemt de tekst de Britse definitie van deze Rechten en die van Emmanuel Kant voor de civiele maatschappij over.

Volgens de G7 zijn de Mensenrechten een bescherming van de individuen tegen de Staatsveiligheid. Iedereen moet in rechte kunnen optreden tegen misstanden die hij vindt te ondergaan. De « civiele maatschappij », dat wil zeggen de politieke acteurs —vroeger, de gewone mensen— die niet deelnemen aan de politieke partijen, moeten dus de burgers tegen de Staat kunnen vertegenwoordigen. Deze kromspraak is de loochening van de Franse, Russische, Cubaanse en Iraanse Revoluties voor welke het eerste mensenrecht de legitimiteit is het bewind ter discussie te stellen, en niet zich ertegen te beschermen. Op deze manier verklaart de G7 dat de nieuwe leidersklasse er niet over denkt zich ten val te laten brengen.

 Nucleaire veiligheid

De G7 onderscheidt hier de veiligheid van de technieken (safety) en de politieke veiligheid van de installaties (security). Ze roept de aandeelhouders van de betreffende multinationals de Internationale conventie die hun activiteiten reglementeert te respecteren. Ze feliciteert zich met de door het Witte-Huis georganiseerde topconferentie over de voorkoming van diefstal van nucleaire wapens door groepen van terroristen.

Door het onderscheiden van de kwestie van de terroristen die eventueel atoomwapens bezitten, en die van de non-proliferatie toont de G7 duidelijk aan dat zij geen enkele van de twee objectieven serieus vervolgt. De non-proliferatie is uitsluitend het verbod voor de niet-nucleaire mogendheden tot de club van de nucleaire mogendheden toe te treden. De Top van het Witte-Huis was voor het Pentagon een voorwendsel elke Staat te kunnen « helpen » en ze dus beter onder controle te houden.

De toekomst van de G7

De geschiedenis van de G7 weerspiegelt de evoluties van de internationale verhoudingen. Gedurende de Koude Oorlog was het een club van Staats- en regerings- hoofden die zich onopvallend verenigden om te leren samen te werken. Na de ontmanteling van de Sovjetunie veranderde ze zich in een topconferentie van de groten van deze wereld die erop uit waren deze te domineren buiten de Verenigde Naties om. Paradoxaal genoeg heeft zijn huidige instorting geen politieke oorzaak, de Russische rebellie, maar een sociologisch onderscheid: de Russische leiders zijn van het zelfde gehalte als degenen die vroeger in het Westen aan de macht waren; ze hebben niets gemeen met de nieuwe klasse die elkaar in Davos ontmoeten.

Vertaling
Bart Ero

[1G7 Ise-Shima Leaders’ Declaration”, Voltaire Network, May 26th, 2016.

[2G7 Action Plan on Countering Terrorism and Violent Extremism”, Voltaire Network, May 27th, 2016.

[3« Plan d’action pour la prévention de l’extrémisme violent », par Ban Ki Moon, Réseau Voltaire, 24 décembre 2015.

[4« Les États-Unis violent le cessez-le-feu en Syrie et arment Al-Qaïda », Réseau Voltaire, 25 avril 2016. « Qui arme les jihadistes durant le cessez-le-feu ? », par Thierry Meyssan, Télévision nationale syrienne , Réseau Voltaire, 30 avril 2016.

[5« Plainte de l’Iran au Conseil de sécurité », Réseau Voltaire, 6 mai 2016.

[6« Résolution 2231 et débats (nucléaire iranien) », Réseau Voltaire, 20 juillet 2015.

[7« États-Unis contre Venezuela : la Guerre froide devient chaude », par Nil Nikandrov, Traduction Roger Lagassé, Strategic Culture Foundation (Russie), Réseau Voltaire, 10 mars 2014. « Las “guarimbas” de Venezuela : derecha embozada », por Martín Esparza Flores, Contralínea (México), Red Voltaire , 28 de abril de 2014.

[8« Obama rate son coup d’État au Venezuela », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 23 février 2015.

[10« Washington fabrique un dossier contre Caracas », Réseau Voltaire, 21 mai 2015.

[11«Operación Venezuela Freedom-2», Red Voltaire , 22 de mayo de 2016.

[12« Pirates, corsaires et flibustiers du XXIe siècle », par Thierry Meyssan, Оdnako (Russie) , Réseau Voltaire, 25 juin 2010.

[13« Alarme rouge nucléaire », par Manlio Dinucci, Traduction Marie-Ange Patrizio, Il Manifesto (Italie) , Réseau Voltaire, 23 février 2016. « L’Arabie saoudite a la bombe atomique », par Giulietto Chiesa, Traduction IlFattoQuotidiano.fr, Réseau Voltaire, 1er mars 2016. “Het Nabije-Oosten nucleair bewapend!”, door Thierry Meyssan, Vertaling Bart Ero, Voltaire Netwerk, 8 maart 2016.