Jeffrey Feltman, de directeur van de Politieke zaken, van de Uno en Federica Mogherini, de Hoge vertegenwoordigster van de Unie van buitenlandse zaken en de veiligheidspolitiek. Dienen deze Hoge functionarissen de vrede of liegen ze ten gunste van het Amerikaanse imperialisme?

Terwijl gedurende de koude oorlog de research kredieten voor natuur- en politieke-wetenschappen georiënteerd werden naar de studie van het « totalitarisme » —dat wil zeggen naar de assimilatie van het nazisme en het stalinisme— werden ze geheroriënteerd naar het « terrorisme » na de aanslagen van 11 september 2001. Plotseling verschenen er duizenden experts gefinancierd om a posteriori de officiële versie van de aanslagen, de oorlogen in Afghanistan en tegen Irak, en de proclamatie van de Patriot act te rechtvaardigen.

Dertien jaar later heeft het fenomeen zich herhaald naar aanleiding van de proclamatie van het kalifaat door Daesh. Het gaat er voortaan minder om tegen een vage terroristische dreiging te vechten dan om het bestrijden van een werkelijke hoewel onerkende Staat, en de overdracht van wapens, geld en strijders die dat voorbrengt te voorkomen.

Twee intergouvernementale organisaties, de Uno en de Europese unie hebben een gigantische werk verricht om een strategie voor de « preventie van het gewelddadige terrorisme » te definiëren en tegen Daesh te vechten. De Algemene vergadering van de Verenigde Naties zal dit werk op 30 juni en 1 juli onderzoeken. Men kan natuurlijk vrezen dat de « preventie van het gewelddadige terrorisme » niets anders is als een rechtvaardiging van de repressie van elke oppositie.

Als men de beschikbare documenten leest —die van de (1) secretaris generaal van de Uno, (2) van het comité 1373 over de strijd tegen het terrorisme, (3) van de Equipe van analytische steun en van de surveillance van de sancties, en (4) van de Dienst van de buitenlandse actie van de Europese unie—, wordt men bevangen door een duizeling bij het zien van wat geheel niet lijkt op een aanvalsplan, maar op de uitwerking van een politiek correcte retoriek.

De Uno en de EU baseren zich uitsluitend op verre van het terrein verwijderde Westerse bronnen en noemen nooit niet alleen de informaties uitgezonden door Irak, Syrië en Rusland, maar hun bestaan zelf. Toch zijn ze overgedragen aan de Veiligheidsraad door de ambassadeurs Mohamed Ali Alhakim, Bachar Ja’afari en Vitali Tchourkine. Ze kunnen vrijelijk kunnen worden geconsulteerd.

Syrië, en in veel mindere mate Irak, hebben dag in dag uit informaties verschaft over zendingen van geld, wapens en jihadisten, terwijl Rusland vijf thematische rapporten heeft verspreid over
 1. illegale oliehandel;
 2. rekrutering van buitenlandse terroristische strijders;
 3. sluikhandel van antiquiteiten;
 4. wapen en munitie leveranties;
 5. onderdelen bestemd voor de fabricage van geïmproviseerde explosiemiddelen.

Het geheel van deze documenten incrimineren direct Saoedi Arabië, Qatar en Turkije. Deze drie Staten, —geallieerden van Washington— hebben er op geantwoord met algemene ontkenningen zonder ooit de minste aantijging te bediscussiëren.

Daesh is functioneel ten opzichte van de vier strategische objectieven van de Verenigde Staten, hetzij wat betreft de creatie van de soennitisch/sjiitische burgeroorlog in Irak, vervolgens het project van de verdeling van Irak in drie federatieve delen, die van het afsnijden van de route die Iran met Libanon verbindt, of nog het project van het ten val brengen van de Syrisch-Arabische republiek. Op deze manier kan men zich afvragen: indien Daesh niet bestond zou Washington het niet moeten uitvinden?

Het zou verkeerd zijn te geloven dat het opzij leggen van de bovengenoemde documenten het teken zou zijn van anti-Iraakse, anti-Syrische en anti-Russische vooroordelen. Inderdaad, de Westerse publieke en privé bronnen die in dezelfde richting gaan worden ook genegeerd. Bijvoorbeeld, de gedeclasseerde documenten van de Amerikaanse Defense Intelligence Agency of de artikelen van Jane’s, de lievelingsrevue van de officieren van de Navo. Nee, de Uno en de UE vatten de kwestie van Daesh met een eenvoudig en duidelijk a-priori aan: deze Staat zou op een spontane manier zijn verschenen, met geen enkele hulp van buiten af.

De verblinding van de Uno is zo groot dat zijn secretaris generaal Ban ki-Moon aan de door Washington geleide Internationale coalitie de overwinningen heeft toegeschreven die behaald werden door de opofferingen van de Iraakse en Syrisch Arabische legers, het Libanese Verzet, zowel als door de massale inzet van het Russische leger.

Het « resultaat van vijftien jaar van de » oorlog tegen de terreur « verzekert men ons meer dan anderhalf miljoen civielen te hebben gedood tegen 60 à 90.000 zogenaamde terroristen, en de directe overgang te hebben bewerkstelligd van een vage terroristische aanval (Al Qaeda) naar een terroristische Staat (Daesh)! Na ons te hebben uitgelegd dat een vijftiental Lidstaten van de Uno « gefaald » hebben (Failed States) ondanks jaren internationale hulp, worden we verwacht te geloven dat in enkele maanden een groep verwilderde strijders er in geslaagd is, alleen, een Staat te creëren en de wereldvrede te bedreigen.

Al-Qaeda is subtiel van het statuut van « bedreiging » naar die van « bondgenoot » overgegaan, al naar gelang het geval. Het heeft de AKP in Turkije kunnen financieren, de Navo kunnen helpen bij het ten val brengen van Mouamar el-Kadhafi in Libië en « goed werk » in Syrië kunnen verrichten, dit alles zonder van de Uno-lijst van terroristische Staten te zijn gestreept. Niemand heeft het nuttig gevonden ons deze ontwikkeling en deze tegenstrijdigheid uit te leggen. Dit is kennelijk onbelangrijk want het statuut « vijand » is Daesh voortaan te beurt gevallen.

In de loop van de laatste vijftien jaar hebben we het Westerse kamp zijn theorie van de 11 september en van de bedreiging van Al-Qaeda zien ontwikkelen. Na de publicatie van mijn kritiek op dit dwaze verhaal en ondanks de aanslagen die zich vermenigvuldigd hebben, hebben we gezien dat de publieke opinie is gaan twijfelen aan de oprechtheid van hun regeringen, en zich langzaam is af gaan keren van hun officiële verklaringen tot er vandaag niet meer in te geloven. Hoewel bepaalde Staatshoofden —in Cuba, Iran en in Venezuela— openlijk hebben verklaard zich niet meer om de tuin te laten leiden.

Wetende dat deze keer het proteststandpunt van het begin af door meerdere Staten wordt verdedigd, waaronder twee leden van de Veiligheidsraad —Rusland en China—, gaan wij de komende vijftien jaar ook schizofreen worden over de « bedreiging van Daesh »?

Vertaling
Bart Ero