Het conflict dat Syrië in rouw hult is geen burgeroorlog van verschillende gemeenschappen tegen elkaar, maar een oorlog van twee maatschappijvormen.

Aan één kant een modern en profaan Syrië, dat wil zeggen een land dat de etnische, religieuze en politieke verscheidenheid eerbiedigt; aan de andere de ideologie van de Moslimbroeders die sinds hun creatie in 1928 het herstel van het Ottomaanse kalifaat door de jihad nastreven.

De Moslimbroeders beweren de Islam te willen verdedigen en uit te dragen. Maar hun lezing van de Koran sluit elke geestelijke ervaring van Allah uit en reduceert hem tot een juridisch handboek. Ze verkondigen een religie zonder God.

Van 1954 af, hoewel de Moslimbroeders twee Egyptische Eerste ministers hadden vermoord, besloot de CIA ze te gebruiken om zowel de Sovjet unie te destabiliseren als de nationalistische Arabische bewegingen te bestrijden. Aldus moest Syrië een dodelijke cyclus van aanslagen trotseren (1978-82), tot aan de nederlaag van de militaire tak van de organisatie, in Hama.

In 1979 besloot het Westen de Moslimbroeders, met de hulp van Saoedi Arabië en onder het bevel van Osama Bin Laden, te gebruiken om de Afghaanse communistische regering te bestrijden. Tijdens de Koude oorlog en daarna werden de mannen van Bin Laden gebruikt als para-militairen in ex-Joegoslavië (Bosnië-Herzegovina en Servië), en vervolgens in de Russische Kaukasus (Tsjetsjenië).

In 2005 werd Qatar de opvolger van de Saoediërs. Door deze nieuwe verbintenis slaagden de Broeders er in meerderen onder ons ervan te overtuigen dat ze veranderd waren en dat ze voortaan in staat waren de macht uit te oefenen. David Petraeus ondersteunde tegen het advies van het Witte-Huis de « Arabische lente ». Hoewel ze zich eerst tot hen aangetrokken voelden, verzetten de Tunesiërs, Egyptenaren, Libiërs en Syriërs zich al spoedig tegen de Broeders.

In 2012 eiste het Witte-Huis woedend de aftreding van de emir van Qatar en ontdeed zich van David Petraeus. De Broeders plaatsten zich toen onder de bescherming van Recep Tayyip Erdoğan President van Turkije.

Een verdere stap werd ondernomen met de beslissing van Daesh om een kalifaat af te kondigen, ondanks de tegenstand van al-Qaeda voor wie de tijd daarvoor nog niet was aangebroken. Langzamerhand sloten een veelheid van door de Broeders geïnspireerde fanatieke splintergroepen in Afrika en Azië zich bij de met bloed bevlekte sabel van de « kalief » aan. Het terrorisme ontwikkelt zich. Na de politieke moorden, na de paramilitaire operaties beginnen de Broeders aan een ideologische purificatie op grote schaal met de zuivering van de Soennitische gemeenschap en met de afslachting van alle anderen, om tenslotte nog slechts te heersen over een begraafplaats. Ze verhullen hun ambitie niet om alle Arabische regimes één voor één ten val te brengen en ons het Westen op ons eigen grondgebied aan te vallen.

We moeten een balans opmaken van de daden van de Broederschap, en onze a priori’s gebaseerd op de leugens van deze ongelukkige bondgenootschap herzien.

Tegenover deze ononderbroken vloedgolf van jihadisten uit de hele wereld, en ook bij ons vandaan, hebben de Syriërs gekozen voor het beschermen van hun bevolking alvorens hun grondgebied te verdedigen. Op dit moment zijn 12 miljoen van hen gedwongen geweest de gevechtszones te ontvluchten. 4 miljoen hebben hun toevlucht gezocht in naburige landen, terwijl 8 miljoen zich hebben kunnen beschermen in het door de Republiek geadministreerde grondgebied. Van de 19 miljoen overgeblevenen in Syrië zijn 500.000 onder de invloed van de jihadisten, uitgespreid over een enorm grondgebied.

Sinds het « Islamistisch emiraat van Baba Amr » (2012), zijn in alle bezette gebieden, daarbij inbegrepen die door het « Vrije Syrische leger » dat wij beschouwen als de « legitieme oppositie », de scholen gesloten of anders verbrand, de alcohol is verboden, de vrouwen kunnen niet naar buiten zonder door een mannelijk familielid te worden vergezeld, de polygamie is legaal. Overal is het kiesrecht afgeschaft, ons gezamenlijk patrimonium is vernietigd, homoseksuelen worden de ramen uitgegooid en de slavernij is weer ingesteld. De jihadisten nemen de vrouwen die hun aanstaan mee en misbruiken ze. De kinderen worden gedwongen in het leger dienst te nemen als soldaten, kamikazes of beulen.

Syrië is een Republiek, dat wil zeggen dat diens regering het algemeen belang dient onder controle van algemene verkiezingen. Het feit dat zijn bevolking massaal aan de verkiezingen heeft deelgenomen en dat deze door in Damascus aanwezige diplomaten werd gevalideerd is genoeg bewijs daarvan, zelfs als wij er ons tegen hebben verzet en als we afwezig waren. Sinds de ondertekening van het Communiqué van Genève (2012) past de Syrische regering nauwgezet diens aanbevelingen toe en komt het elke dag een beetje dichter bij de Democratie.

Wij blijven ondanks dat verblind door de oorlogspropaganda van onze bondgenoten, zoals die van het SOMR Syrische Observatorium van Mensenrechten, een Londen’s bureau van de Moslimbroeders, of die van de « Nationale raad », een ongekozen assemblée gedomineerd door de Moslimbroeders. Aldus gaan wij ermee door Syrië te beschuldigen een dictatuur te zijn, chemische wapens te gebruiken of 11.000 van hun medeburgers door martelingen te hebben gedood. Maar toch zijn wij er minder zeker van: na de ondertekening van het 5+1 akkoord met Iran, heeft de Coalitie de Syriërs geholpen Hassaké te verdedigen.

Onze haat jegens hen komt voort uit een misverstand. Men heeft ons overtuigd dat zij de dood van het Israëlische volk nastreefden. Dat is niet het geval. Het is een vredelievend volk. Ze reclameren alleen, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de Uno, de restitutie van hun illegaal bezette Golanhoogte. President Bill Clinton had onderhandelingen in deze richting georganiseerd, welke alleen mislukten door toedoen van de Israëlische kant, zoals hij het in zijn memoires heeft onderschreven. Zij wachten er nu op de besprekingen te hervatten en af te maken.

Door het ondersteunen van de Moslimbroeders hebben we de deuren van de hel geopend. Laten we de Syriërs en de Irakezen helpen ze weer dicht te doen. Sluit ons aan bij de oproep van president Poetin. Laten we gezamenlijk de barbaarsheid overwinnen, de beschaving redden en de vrede herstellen.

Vertaling
Bart Ero