Het Romer doctrine: de niet-Angel-Saksische fiscale paradijzen dwingen af te zien van het destabiliseren van de Europese unie totdat de kapitalen naar de fiscale paradijzen van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, de Verenigde Staten en Israël afvloeien.

De economische stratégie van de Verenigde Staten

Aan het begin van zijn mandaat heeft president Obama de historica Christina Romer aangewezen om zijn Comité van economische adviseurs voor te zitten. Deze professor aan de Universiteit van Berkeley is een specialist van de crisis van 1929. Volgens haar hebben noch de New Deal van Roosevelt, noch de Tweede Wereldoorlog een eind aan de recessie kunnen maken, maar de toevloed van Europese kapitalen van 1936 af, die de « opkomende gevaren » ontvluchtten.

Op deze basis heeft Barack Obama zijn economische politiek gevoerd. Op de eerste plaats heeft hij erop toegezien alle fiscale paradijzen waar Washington geen controle over had te sluiten. Vervolgens heeft hij de destabilisatie van Griekenland en Cyprus georganiseerd opdat de Europese kapitalen naar de Angel-Saksische fiscale paradijzen zouden vluchten.

Alles is in Griekenland begonnen in december 2008 met de demonstraties na de moord op een tiener door een politieagent. De CIA heeft per autobus oproerkraaiers uit Kosovo getransporteerd om een manifestatie te verstoren en een begin van chaos te installeren. Het ministerie van Financiën heeft toen kunnen verifiëren dat de Griekse kapitalen het land verlieten. Daar het experiment overtuigend was geweest besloot het Witte-Huis de fragiele Staat in een financiële en economische crisis te storten die zelfs het bestaan van de Eurozone in gevaar bracht. Zoals voorzien, elke keer dat een eventuele uitwijzing van Griekenland uit de Eurozone of diens ontbinding ter sprake komt, haasten de Europese kapitalen zich naar de beschikbare fiscale paradijzen, vooral Britse, Amerikaanse en Nederlandse te vluchten. In 2012 voerde men een andere operatie uit tegen het Cypriotische fiscale paradijs. Alle tegoeden boven de 100.000 euro werden toen in beslag genomen. Het was de eerste en enigste keer in een kapitalistische economie dat men dit soort nationalisatie toepaste [1].

In de loop van de laatste acht jaar zijn er talrijke G8 en G20 vergaderingen geweest die allerlei soorten internationale regels hebben ingesteld, zogenaamd om de fiscale evasie te voorkomen [2]. Maar zo gauw deze regels door allen waren aangenomen hebben de Verenigde Staten —en in mindere mate Israël, Nederland en het Verenigd Koninkrijk— er zich van vrijgesteld.

De fiscale paradijzen

Elk fiscaal paradijs heeft een speciaal juridisch statuut, over het gemeen genomen absurde statuten.

Tegenwoordig zijn de belangrijkste fiscale paradijzen de onafhankelijke Staat City of London (lid van het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en van Noord Ierland), de Staat Delaware (lid van de Verenigde Staten), en Israël, maar er bestaan er nog vele anderen, vooral Britse, te beginnen bij de eilanden Jersey en Guernesey (leden van het Normandische hertogdom en hierdoor geplaatst onder de autoriteit van de koningin van Engeland, maar geen leden van het Verenigd Koninkrijk, noch van de Europese unie), Gibraltar (een Spaans grondgebied waarvan het onroerend goed Engels bezit is en dat het Verenigd Koninkrijk illegaal bezet), tot aan Anguilla, de Bermuda’s de Cayman eilanden, de Turkse eilanden en de Maagdeneilanden van Montserrat. Ook zijn er enkele aan Nederland verbonden: Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Een fiscaal paradijs is een « vrije zone » uitgebreid tot een heel land. Maar in de collectieve verbeelding is een vrije zone onmisbaar voor de economie, terwijl een « fiscaal paradijs » iets rampzaligs is — het is echter precies hetzelfde. Natuurlijk, bepaalde ondernemingen misbruiken de vrije zones om geen belasting te betalen, en andere misbruiken de fiscale paradijzen, maar dat is geen reden om aan het bestaan van deze voor de internationale economie onmisbare mechanismen afbreuk te doen.

In hun oorlog tegen de niet-Angel-Saksische fiscale paradijzen hadden de Verenigde Staten het vooral op Zwitserland gemunt [3]. Dit land had een strikt bankgeheim ontwikkeld wat het de kleine operateurs mogelijk maakte transacties te verrichten buiten medeweten van de grote. Door Zwitserland te dwingen diens bankgeheim los te laten, hebben de Verenigde Staten hun grootschalige controle over de economische transacties uitgebreid. Op deze manier kunnen ze gemakkelijk de concurrentie manipuleren en de acties van de kleine operateurs saboteren.

Gedurende een tiental jaren heeft Forbes Fidel Castro als het meest gefortuneerde Staatshoofd ter wereld geklasseerd. Hoewel heden aangenomen wordt dat dit pure propaganda was, heeft Forbes zich nooit geëxcuseerd.

De « Panama Papers »

Het is in deze context dat Washington 11.500.000 gepirateerde computerbestanden, van het vierde advocatenkabinet ter wereld gespecialiseerd in het creëren van offshorebedrijven aan de Süddeutsche Zeitung, heeft geleverd. Omdat deze spionage een misdaad is, zijn de daders, de vermeende klokkenluiders, anoniem gebleven. Natuurlijk heeft Washington eerst de dossiers zorgvuldig gesorteerd en ten eerste alle die Amerikaanse burgers en bedrijven betroffen uitgesloten, en vervolgens waarschijnlijk zijn goede bondgenoten. Het feit dat enkele zogenaamde bondgenoten die bij de Obama administratie in een kwade reuk staan in de documenten voorkomen — zoals Petro Porochenko— toont aan dat die door hun machtige beschermer zijn losgelaten.

Hoewel Panama een Spaans sprekende Staat is en de Süddeutsche Zeitung in Duitsland verschijnt, hebben de spionnen Engelse benamingen aan de gestolen bestanden gegeven: « Panama Papers ».

Met dit al pogen de auteurs van deze mystificatie ons te overtuigen dat alle personen die zich tegen Washington opstellen dieven zouden zijn. Men herinnert zich bijvoorbeeld de campagnes die tegen Fidel Castro werden gevoerd en hem beschuldigden een drugshandelaar te zijn, en die door Forbes onder de grootste fortuinen van de wereld werd gerekend [4]. Na zelf de moeilijke condities van de familie Castro in Cuba te hebben vastgesteld, vraag ik me af hoe men zo’n verzinsel heeft kunnen bedenken. De nieuwe magnaten zouden dus zijn Vladimir Poutine, Bachar el-Assad en Mahmoud Ahmadinejad — van wie de soberheid evenwel legendarisch is—.

Deze propaganda tegen politieke tegenstanders vormt echter maar het topje van de ijsberg, het belangrijkste is de toekomst van het internationale financiële systeem.

Schending van de journalistieke ethiek

De Süddeutsche Zeitung maakt deel uit van het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalistiek (ICIJ), een vereniging die, zoals de naam het zou kunnen doen vermoeden, niet gespecialiseerd is in onderzoeksjournalistiek, maar in het melden van financiële misdaden.

In de republikeinse maatschappijen moet de Justitie voor ieder gelijk zijn. Maar de ICIJ, die sinds zijn oprichting al meer dan 15 miljoen computerbestanden heeft gepubliceerd, heeft nooit de belangen van de Verenigde Staten aangetast. Het consortium kan dus zeker niet voorwenden in het belang van de rechtvaardigheid te handelen.

Bovendien vloeien de verplichtingen van de journalisten voort uit de republikeinse beginselen. Deze zijn vastgelegd in het handvest van München, en in 1971 aangenomen door alle beroepsorganisaties van de Europese markt, en vervolgen uitgebreid tot de rest van de wereld door de Nationale federatie van journalisten.

Ik begrijp heel goed dat deze tekst beperkingen oplegt die soms moeilijk te verdragen zijn. En ik heb een aantal jaren geleden deel uitgemaakt van hen die dachten dat het nuttig was die van tijd tot tijd te schenden. Maar de ervaring toont aan dat een schending de weg opent naar andere schendingen die schadelijk zijn voor de burgers.

De journalisten van het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalistiek hebben zich geen ethische vragen gesteld. Ze hebben geaccepteerd met gestolen en gesorteerde documenten te werken, zonder de minste mogelijkheid hun authenticiteit te verifiëren.

Het Handvest van München stipuleert dat de journalisten alleen informatie zullen publiceren waarvan de oorsprong bekend is, dat ze geen essentiële informatie zullen weglaten en de teksten en documenten niet zullen veranderen; en tenslotte dat ze geen oneerlijke praktijken zullen gebruiken om informatie, foto’s en documenten te verkrijgen. Dat zijn drie eisen die ze hebben geschonden terwijl ze daar volkomen bewust van waren, hetgeen ze zouden moeten uitsluiten van de beroepsinstanties, en de opzegging van de directeuren van de BBC, France-Télévision, NRK, en waarom niet Radio Free Europe/Radio Liberty (de radio van de CIA die ook lid is van het Journalisten Consortium) zou moeten veroorzaken.

Dit is niet het eerste schandaal van het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalistiek. Die was het inderdaad die in 2013 2,5 miljoen van 120.000 offshorebedrijven gestolen computerbestanden had gepubliceerd. En die was het ook die in 2014 de tussen multinationals en Luxemburg getekende contracten had onthuld om van een bevoorrechte fiscaliteit te profiteren. En die ook weer die in 2015 de rekeningen van de Britse bank HSBC in Zwitserland had onthuld.

Het was te verwachten dat het Internationale Consortium van Onderzoeksjournalistiek door talrijke aan de CIA verbonden organismen gefinancierd wordt, zoals de Ford Foundation, en de foundations van George Soros. Dit laatste voorbeeld is het interessantste: voor de leden van de ICIJ komt het geld niet van de CIA maar van de financiële speculaties ten koste van het volk, hetgeen het acceptabeler zou maken.

Het fundamentele principe van republikeinse bedrijven: om legitiem te zijn moet de Justitie voor allen gelijk worden toegepast (artikel 6 van de Verklaring van de Rechten van de mens en de burger van 1789). Maar, sinds zijn oprichting onthoudt de ICIJ zich ervan de misdaden van de Verenigde Staten te onthullen. Op deze manier vergroot het de onrechtvaardigheden.

Meer weerstand zonder de niet Angel-Saksische fiscale paradijzen

Dat de Hezbollah bedrijven en geheime rekeningen in Panama heeft is trouwens niet verwonderlijk. Ik had het in een recent artikel over de pogingen van het Libanese verzet om zichzelf te financieren zonder afhankelijk te zijn van Iraanse subsidies. De ingewikkelde financiële montage die het heeft uitgevoerd zal geheel herzien moeten worden, anders zal Libanon de prooi van zijn Israëlische buren worden.

Dat president Ahmadinejad offshorebedrijven heeft gecreëerd om de het embargo waar zijn land het slachtoffer van was te omzeilen en aardolie de verkopen is niet alleen geen misdaad, maar beslist lovenswaardig.

Dat de familie Makhlouf, de neven van president el-Assad, een financiële montage heeft gebruikt om het illegale embargo van de Westerse mogendheden te omzeilen opdat de Syriërs zich konden voeden gedurende vijf jaren agressieoorlog is even legitiem.

Wat zal er overblijven van deze enorme openbaarmaking? Ten eerste is de reputatie van Panama vernietigd en het zal lange jaren duren om zich er van op te richten. Vervolgens zullen kleine daders die van het systeem geprofiteerd hebben, vervolgd worden, terwijl talloze eerlijke handelaars zich voor de rechtbanken langdurig zullen moeten rechtvaardigen. Maar in tegenstelling tot de de uiterlijke schijn zullen degenen die deze campagne animeren er voor zorgen dat er niets verandert. Het systeem blijft dus op zijn plaats, maar steeds meer in het belang van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, de Verenigde Staten en Israël. Denkende hun vrijheden te verdedigen hebben degenen die aan deze campagne hebben meegewerkt die in werkelijkheid verminderd.

Vertaling
Bart Ero

[1« Le pion chypriote », par Thierry Meyssan, Al-Watan (Syrie) , Réseau Voltaire, 25 mars 2013.

[2« Le G 20 : une hiérarchisation des marchés financiers », par Jean-Claude Paye, Réseau Voltaire, 9 avril 2009.

[3« Lutte contre la fraude fiscale ou main mise sur le système financier international ? »,
« UBS et l’hégémonie du dollar », par Jean-Claude Paye, Réseau Voltaire, 3 mars et 21 octobre 2009.

[4« Forbes invente la fortune de Fidel Castro », par Salim Lamrani, Réseau Voltaire, 24 mai 2006.