De Federale Veiligheidsdienst van de Russische Federatie (FSB) heeft de verhoorgegevens van Letse nazi-collaborateurs vrijgegeven en op haar website gepubliceerd.

Deze onthullingen komen op een moment dat de acties van de Banderieten in Oekraïne grotendeels worden verdoezeld en die van de Letse collaborateurs eveneens sterk worden onderschat.

Uit deze documenten blijkt dat, in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen, in Letland de massamoord op Joden en Roma door het nazi-regime begon in juli 1941, ruim voor de Wansee-conferentie van 20 januari 1942. Zij geven ook aan dat de massamoorden op Joden en politieke tegenstanders veel grotere proporties aannamen dan algemeen wordt aangenomen. Tenslotte getuigen zij dat de nazi-leiders zelf geschokt waren door de wreedheid van de Letse vrijwilligers.

In december 1941 werden de 30.000 Joden in het getto van Riga allemaal uitgeroeid. De Letse eenheid van het Sonderkommando Arājs, die het concentratiekamp Salaspils bewaakte, executeerde 30.000 gevangenen. Het zette een "bloedfabriek" op waar gevangenen, voornamelijk kinderen, om de twee dagen moesten bloeden tot zij stierven van uitputting voor de behoeften van de Wehrmacht. 46.000 burgers, waaronder 12.000 Joden, werden vanuit Oostenrijk, Duitsland en Tsjecho-Slowakije naar Letland gebracht om in het Biķernieki Woud. te worden vermoord. 105.000 van de 120.000 mensen werden door Letten vermoord in het getto van Minsk (nu Belarus). Het Rode Leger ontdekte massagraven in Letland met meer dan 300.000 lichamen.

Het Letse parlement (Saeimā) heeft onlangs een wet aangenomen waarin wordt bepaald dat alle monumenten ter ere van het Rode Leger vóór 15 november 2022 moeten worden ontmanteld. De Letse regering blijft eer betonen aan nazi-collaborateurs in Letland en Oekraïne.

Vertaling
openbaararchief.nl