Giorgia Meloni trekt het NAVO-beleid ten aanzien van Rusland niet in twijfel, noch de onderwerping van de EU aan de NAVO.

De institutionele partijen voeren de verkiezingscampagne niet alleen in Italië maar ook in de Verenigde Staten De secretaris van de PD Enrico Letta verklaart in een interview met een Amerikaanse krant: " Rechts staat in Italië dicht bij Rusland, wij bij de VS". In dezelfde krant verzekert Copasir-voorzitter Adolfo Urso bij een bezoek aan Washington daarentegen dat "voor de VS Giorgia Meloni volledig te vertrouwen is". De partijen van het hele parlementaire spectrum strijden dus om de instemming van Washington, die onmisbaar is voor elke regering die uit de verkiezingen voortkomt. Tegelijkertijd handelen zij eensgezind als het gaat om de uitvoering van de richtlijnen van Washington. Bijvoorbeeld het boycotten van het VN-Verdrag inzake het verbod op kernwapens, dat door 66 staten is geratificeerd en door 20 staten is ondertekend, maar door de VS en de NAVO wordt geboycot. Op de bijeenkomst van de ondertekenaars van het Verdrag in juni was Italië, hoewel uitgenodigd, niet eens als waarnemer aanwezig.

Eveneens in juni ontving het 6e Squadron van de Italiaanse luchtmacht in Ghedi de eerste Amerikaanse F-35A nucleaire aanvalsjager, die binnenkort zal worden bewapend met de nieuwe Amerikaanse B61-12 kernbommen, klaar voor gebruik door de Italiaanse luchtmacht onder Amerikaans bevel. Daarmee schendt Italië het in 1975 geratificeerde Non-Proliferatieverdrag, waarin staat: "Elk van de militair niet-nucleaire staten verbindt zich ertoe van niemand kernwapens te ontvangen, noch er direct of indirect zeggenschap over te hebben".

Als verder bewijs van de onderdanigheid van Italië aan de VS heeft de parlementaire onderzoekscommissie naar de oorzaken van de "ramp" met het schip de Moby Prince op 15 september jl. haar werkzaamheden afgerond, waarbij opnieuw de ware oorzaken van het bloedbad dat meer dan 31 jaar geleden op de rede van Livorno plaatsvond, werden verzwegen om de wapenhandel vanuit de naburige Amerikaanse basis Camp Darby te verdoezelen. Het mystieke eindverslag, gepresenteerd door Andrea Romano van de PD, werd unaniem goedgekeurd door de vertegenwoordigers van alle andere partijen. Wat in plaats daarvan de werkelijke situatie van het bloedbad was, wordt in deze aflevering van Grandangolo getoond door een video-onderzoek naar brandende actuele gebeurtenissen, in 2016 uitgezonden door Giulietto Chiesa’s Pandora TV.

"Korte samenvatting van het internationale persoverzicht Grandangolo Pangea van vrijdag 23 september 2022 om 20.30 uur op de Italiaanse zender Byoblu,"

Aanvulling

Op de avond van 10 april 1991 is de zeeshuttle Moby Prince in de haven van Livorno in aanvaring gekomen met de olietanker Agip Abruzzo en in brand gevlogen. De SOS die verschillende keren werd gelanceerd kreeg geen antwoord. 140 mensen stierven in het brandende schip, nadat ze urenlang tevergeefs op hulp hadden gewacht.

Decennialang, ondanks drie onderzoeken en twee processen, vragen de families tevergeefs de waarheid. Maar de waarheid blijkt overduidelijk uit de feiten. Die avond was in de haven van Livorno druk verkeer van militaire en gemilitariseerde schepen uit de Verenigde Staten
die een deel van de in de Golfoorlog gebruikte wapens terug brachten naar de Amerikaanse basis Camp Darby (naast de haven). Andere mysterieuze schepen lagen er ook. De Gallant II (codenaam Theresa), een Amerikaans gemilitariseerd schip dat onmiddellijk na het ongeval in allerijl de haven van Livorno verliet. De 21 Oktoobar II van de maatschappij Shifco, waarvan de vloot, die door de Italiaanse Maatschappij officieel aan Somalië is geschonken om te vissen, wordt gebruikt om Amerikaanse wapens en giftig afval, waaronder radioactief afval, naar Somalië te vervoeren, alsmede om wapens te leveren aan Kroatië in de oorlog tegen Joegoslavië. Omdat zij bewijzen van deze smokkel vonden, werden journaliste Ilaria Alpi en haar operator Miran Hrovatin in 1994 in Mogadishu vermoord in een hinderlaag die door de CIA was georganiseerd met de hulp van het Gladio-netwerk en de Italiaanse geheime diensten.

Naar alle waarschijnlijkheid was op de avond van 10 april de overslag van Amerikaanse wapens aan de gang in de haven van Livorno. In plaats van terug te keren naar Camp Darby, werden deze wapens in het geheim verzonden naar Somalië, Kroatië en andere gebieden, waarbij overigens de Gladio-depots in Italië niet worden uitgesloten. Toen de botsing plaatsvond, probeerden de verantwoordelijken voor de operatie -zeker het Amerikaanse commando in Camp Darby- onmiddellijk alle bewijzen te wissen. Dit verklaart een reeks "onduidelijke zaken": het signaal van de Moby Prince, op slechts twee mijl van de haven, dat zwaar verstoord aankwam; het stilzwijgen van Livorno Radio, de openbare telecommunicatie-exploitant, die de Moby Prince niet oproept; de havencommandant, "verstrikt in andere radiocommunicaties", die de reddingsoperatie niet heeft geleid en onmiddellijk daarna voor zijn verdiensten tot admiraal is bevorderd; het ontbreken (of beter nog, het verdwijnen) van radarsporen en satellietbeelden, met name over de positie van de Agip Abruzzo; en geknoei op de veerboot onder bewaring, waarin voor het onderzoek essentiële instrumenten zijn verdwenen. Men zal negeren dat het centrum van de Moby Prince-tragedie Camp Darby is, dezelfde Amerikaanse basis waar de rechters Casson en Mastelloni onderzoek deden naar de staatsgreeporganisatie Gladio. Een van de VS/NAVO-bases die - schrijft Ferdinando Imposimato, erevoorzitter van het Hof van Cassatie - de explosieven leverde voor de slachtingen op de Piazza Fontana, Capaci en Via d’Amelio. Bases waar "zwarte terroristen, NAVO-officieren, maffiosi, Italiaanse politici en vrijmetselaars elkaar aan de vooravond van aanslagen ontmoetten" [Cf. Ferdinando IMmposimato, La Repubblica delle Stragi impunite (De Republiek van de ongestrafte bloedbaden), Newton Compton (2012). Beschikbaar in het Italiaans op internet).

Uittreksel uit Guerre nucléaire. Le jour d’avant. D’Hiroshima à nos jours, qui nous mène à la catastrophe et comment, Manlio Dinucci, uit het Italiaans vertaald door Marie-Ange Patrizio, Editions Delga, Parijs, 2021. p. 170-171.

Vertaling
openbaararchief.nl