In een arrest "Ecodefence e.a. vs. Rusland" (nr. 9988/13 e.a.) heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op 14 juni 2022 de Russische wet op buitenlandse agenten veroordeeld.

Deze wet bepaalt dat verenigingen die middelen uit het buitenland ontvangen en politieke activiteiten ontplooien, zich als zodanig bij de overheid moeten laten registreren en dit in al hun publicaties moeten vermelden. Het omvat ook diverse boekhoudkundige voorschriften.

Deze wet werd door de Doema aangenomen in de context van de door de National Endowment for Democracy (NED) georganiseerde kleurenrevoluties, waaronder de "Oranje Revolutie" in Oekraïne.

Het EHRM oordeelde dat de formulering van de wet te vaag was en dat de administratie de wet op een inconsistente en te restrictieve manier had geïnterpreteerd. Het voorziet niet in een verband tussen buitenlandse financiering en politieke activiteiten. Bovendien wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verenigingen zelf en de personen die ze leiden.

Verscheidene uitspraken van het EHRM hebben de indruk gewekt van een anti-Russische partijdigheid van het hof. Het is dan ook opmerkelijk hoe het Hof de vrijheid van meningsuiting interpreteert in de zaak Manannikov vs. Rusland (het Hof erkende het recht van een Russische burger om een pro-Poetin demonstratie te verstoren door het tonen van een bord met de tekst "Poetin, beter dan Hitler!") en in de zaak Karuyev vs. Rusland (het Hof erkende het recht van een Russische burger om op het officiële portret van de Russische president te spuwen).

Na de Russische interventie in Oekraïne heeft de Raad van Europa het stemrecht van de Russische Federatie geschorst. De Doema heeft vervolgens besloten zich terug te trekken uit het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, een orgaan van de Raad van Europa. Sinds 15 maart acht Rusland zich niet langer gebonden aan de uitspraken van het EHRM.

Vertaling
openbaararchief.nl

titre documents joints


(PDF - 662.7 kio)