Op 25 mei 2019 waren staatshoofd Sergio Mattarella, minister van Defensie Elisabetta Trenta, minister van Economische Ontwikkeling Luigi Di Maio, en de hoogste militaire autoriteiten aanwezig voor de lancering van het schip Trieste, gebouwd door Fincantieri, aan de Castellammare di Stabia-scheepswerven (Napels).

De Trieste is het multifunctionele en amfibische vaartuig van de Italiaanse marine, gedefinieerd door Trenta als de «perfecte synthese van het vermogen van ons land voor technologische innovatie». Het is 214 meter lang en kan snelheden tot 25 knopen bereiken (46 km / h). Het heeft een 230-meter lang vliegdek voor helikopter opstijging, F-35B-jagers met korte start en verticale landing en V-22 Osprey-cabriolets. Op zijn garagedek kan het gepantserde voertuigen vervoeren die een lineaire afstand van 1200 meter kunnen overbruggen. Het heeft een intern lanceringsdek, 50 meter lang en 15 meter breed, waardoor het schip kan werken met de modernste amfibievoertuigen van de NAVO.

In technisch opzicht is het een schip dat is bestemd om te "ondernemen en ondersteunen, in crisisgebieden, de landing van de marine-strijdkrachten en de nationale capaciteit voor de landingen van Defensie vanuit de zee". In praktische termen, is het een amfibisch aanvalsschip dat, door de kust van een doelland te naderen, kan aanvallen met jagers en helikopters gewapend met bommen en raketten, en dan binnenvalt met een bataljon van 600 mannen vervoerd, met hun zwaar wapentuig, in helikopters en landingsvoertuigen. Met andere woorden, het is een wapensysteem dat niet wordt geprojecteerd als verdediging, maar als aanval op grootschalige oorlogsoperaties in het kader van de VS / NAVO-projectie van lange afstanden.

Het besluit om de Trieste te bouwen werd in 2014 genomen door de regering-Renzi, die het presenteerde als een marine-militair zeevaartuig dat voornamelijk gebruikt zou worden voor «humanitaire hulpactiviteiten».

De kosten van het schip, die vermoedelijk niet door het Ministerie van Defensie maar door het Ministerie van Economische Ontwikkeling werden aangenomen, werden gekwantificeerd als 844 miljoen euro, in het kader van de financiering van 5.427 miljoen euro voor de bouw van negen andere oorlogsschepen en de Triëst. Hiertoe behoren twee andere high-speed marine patrouille-eenheden voor de speciale troepen in «operaties die discretie vereisen», met andere woorden, geheime oorlogsoperaties.

Op het moment van lancering werden de kosten van de Trieste geschat op 1.100 miljoen euro, of 250 miljoen euro meer dan de geplande kosten. De uiteindelijke kosten zullen nog hoger liggen vanwege het budget voor de F-35B jagers en helikopters aan boord, plus dat van de andere wapens en elektronische systemen waarmee het schip de komende jaren zal worden uitgerust.

De technische innovatie in de militaire sector - kondigde het ministerie van Defensie aan - «moet worden gesteund door de zekerheid van de financiën». Dat wil zeggen de voortdurende en groeiende financiering met publiek geld, onder meer door het Ministerie van Economische Ontwikkeling, nu onder leiding van Luigi Di Maio. Bij de lanceringsceremonie beloofde hij de arbeiders dat er andere investeringen zouden zijn: inderdaad, er zijn andere oorlogsschepen die gebouwd moeten worden.

De lanceringsceremonie kreeg een andere betekenis toen de vicaris van de strijdkrachten, Monseigneur Santo Marcianò, het feit prees dat de arbeiders een groot kruis hadden bevestigd aan de boeg van het schip, bestaande uit heilige beelden waarvoor ze een speciale toewijding hebben, inclusief die van paus Wojtyla en Padre Pio. Monseigneur Marcianò prees de ’kracht van het geloof’, uitgedrukt door de arbeiders, die hij zegende en bedankte voor «dit prachtige teken dat u aan het schip hebt bevestigd».

Zo werd het grote oorlogsschip gelanceerd, gepresenteerd als een voorbeeld van ons vermogen tot innovatie, betaald door het Ministerie van Economische Ontwikkeling met ons eigen geld, afgetrokken van productieve investeringen en sociale uitgaven, gezegend met het teken van het kruis zoals in de tijd van de kruistochten en koloniale verovering.

Vertaling
Martien van den Hurk
Bron
Il Manifesto (Italië)